e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192a plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
monnik monnik: munnik (Siebengewald) Een monnik [munnik]. [N 96D (1989)] III-3-3
monstrans monstrans (lat.): monstrans (Siebengewald) Een monstrans, een gouden of zilveren, meestal zonvormig vaatwerk waarin de H. Hostie ter aanbidding wordt uitgesteld. [N 96B (1989)] III-3-3
morgengebed morgengebed: merege gebed (Siebengewald) Het morgengebed, morgensgebed [merge-gebed, mergensgebed, mörge-gebed, mörreje-jebed?]. [N 96B (1989)] III-3-3
motorfiets tuf: tøͅf (Siebengewald) motor [RND] III-3-1
mug knaas: knòzen (Siebengewald) steekmug [DC 18 (1950)] III-4-2
muik muik: moojikken = een tukje doen, eventjes slapen (zie vraag 5)  moojik (Siebengewald) Kent u een woord voor een geheime bergplaats voor onrijp fruit? Vroeger legden de kinderen vruchten, vooral appels, die ze onrijp geplukt hadden, op een verborgen plekje in het hooi of stro om zacht te worden. Voorbeelden met woorden voor deze bergplaats [DC 31 (1959)] III-2-3
muiltje slof: sloffen (Siebengewald) Hoe noemt men de muilen? [DC 09 (1940)] III-1-3
muts: algemeen kap: kap (Siebengewald), muts: møts (Siebengewald) pet, muts, klak [RND] III-1-3
muurbloem muurbloem: -  muurbloem (Siebengewald) muurbloem [DC 17 (1949)] III-4-3
muurkapelletje nis: nis (Siebengewald) Een kastje of kleine nis, aangebracht tegen een muur en voorzien van een beeld of relikwie. [N 96A (1989)] III-3-3