33478 |
rode aalbes |
rode miemeren:
mv: -e
rooie miemere (L192a Siebengewald)
|
[DC 13 (1945)]
I-7
|
24235 |
roek |
raaf:
raaf (L192a Siebengewald),
roek:
rōēk (L192a Siebengewald)
|
Hoe heet de roek? [DC 06 (1938)]
III-4-1
|
34552 |
roep- en lokwoord voor de gans |
gak, gak:
gak, gak (L192a Siebengewald),
woele, woele:
wulǝ, wulǝ (L192a Siebengewald)
|
Naast het roepen van namen kan men de ganzen ook lokken door met de tong te klakken of te fluiten. [VC 14, 2p -r-; L 47, 9d; A 6, 6]
I-12
|
34530 |
roep- en lokwoord voor de haan |
kukeleku:
kȳkǝlǝkȳ (L192a Siebengewald)
|
In vraag 2a van de "Amsterdamse" lijst 6 werd specifiek gevraagd naar "lok- of roepnaam voor de haan". Een groot aantal informanten zegt geen onderscheid te maken bij het roepen of lokken van haan, hen of kuiken. De antwoorden die specifiek werden gegeven voor lok- of roepnaam voor de haan zijn in dit lemma opgenomen. [A 6, 2a]
I-12
|
34557 |
roep- en lokwoord voor de kalkoen |
loe, loe, loe:
lu, lu, lu (L192a Siebengewald)
|
Men kan de kalkoen roepen door het geluid van hen na te bootsen. Omdat ze vaak grootgebracht worden samen met de kippen, worden ze ook wel (L 191 (Afferden), 245b (Tienray), Q 2 (Hasselt), 192 (Margraten), 195 Sint-Geertruid)) gelokt met roepwoorden voor kippen. Een andere mogelijkheid tot lokken is dat men fluit of een bepaald keelgeluid (L 360 (Bree)) maakt. [L 47, 9C; A 6, 4]
I-12
|
34528 |
roep- en lokwoord voor de kip |
kukelekuuk:
køkǝlǝkø̜k (L192a Siebengewald),
tuut, tuut:
tyt, tyt (L192a Siebengewald),
tuut, tuut, tuut:
tyi̯t, tyi̯t, tyi̯t (L192a Siebengewald)
|
Naast de verschillende roepwoorden kan men de kippen ook lokken door een zuigend klappend geluid te maken met de tong tegen de tanden (P 176 (Sint-Truiden)) of door te fluiten (Q 2 (Hasselt)). [N 19, 44a; L 47, 9a; A 6, 2b; A 6, 2a; VC 14, 2n -r-; Vld.; L B2, 259a; monogr.]
I-12
|
34218 |
roep- en lokwoord voor de koe |
muk:
møk (L192a Siebengewald)
|
Men roept de koe naast de algemene benamingen koe, muk enzovoorts ook met het noemen van de kleur, b.v. zwarte en met een eigennaam als Lies en Berta. [N C, 16; VC 14, 2a (r]
I-11
|
34379 |
roep- en lokwoord voor een big |
big:
bex (L192a Siebengewald)
|
Roep- en lokwoord voor een big. Iets roepen kan ook vervangen worden door een smakkend geluid te maken of door te klakken met de tong. [N 19, 11b; VC 14, 2d r; monogr.]
I-12
|
34219 |
roep- en lokwoord voor het kalf |
mukje:
møkskǝ (L192a Siebengewald)
|
Met kan een kalf roepen met de algemene benamingen kalf, kalfje, muk enzovoorts, met eigennamen als Liesje, met klanknabootsingen of eventueel met het rammelen van melkemmers. [N C, 17; VC 14, 2b (r]
I-11
|
34529 |
roep- en lokwoord voor het kuiken |
kip, kip, kip:
kip, kip, kip (L192a Siebengewald)
|
[N 19, 44b; A 6, 2c; L 47, 9b; VC 12 2o -r-; monogr.]
I-12
|