20369 |
getuige |
getuige:
getuuge (L192a Siebengewald)
|
de getuige bij het huwelijk [tsuuch] [N 96D (1989)]
III-2-2
|
23899 |
gevallen engelen |
gevallen engelen:
gevalle ingele (L192a Siebengewald)
|
De gevallen engelen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
24003 |
gevormd worden |
gevormd worden:
gevörmd worre (L192a Siebengewald)
|
Gevormd worden, het Vormsel ontvangen. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
19381 |
gewelf |
gewelf:
gewɛlf (L192a Siebengewald)
|
Het gewelf [zwerk, verwulf, verwölf?]. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23377 |
gewelfschildering |
gewelfschildering:
gewɛlfsxeldəreŋ (L192a Siebengewald)
|
Een gewelfschildering, muurschildering. [N 96A (1989)]
III-3-3
|
23987 |
geweten |
gewissen (du.):
gewése (L192a Siebengewald)
|
Het geweten [et jewisse]. [N 96D (1989)]
III-3-3
|
23278 |
gezongen mis |
gezongen mis:
gəzoŋə meͅs (L192a Siebengewald)
|
Een mis met liturgische gezangen. [N 96B (1989)]
III-3-3
|
32865 |
gezwad, regel gemaaid gras |
gezwad:
gǝzwat (L192a Siebengewald),
zwad:
zwat (L192a Siebengewald)
|
De in dit lemma opgenomen woorden zijn van toepassing op de regel afgemaaid gras zoals een maaier die al voortgaande aan zijn linkerzijde vormt. Zie de toelichting bij het voorgaande lemma. = Bij de plaatscode duidt op gelijkheid van de benamingen voor zwad en gezwad in deze plaats; zie ook de kaart. [N 14, 93; JG 1a, 1b, 2c; A 16, 1b; A 4, 28 add.; A 23, 16 add.; L 8, 137; L 20, 28 add.; S 47; Gwn 7, 9; Lu 1, 16 II add.; monogr.]
I-3
|
32611 |
gier oproeren |
roeren:
rȳrǝ (L192a Siebengewald)
|
Bij het oppompen van de gier moest men geregeld de inhoud van de gierkelder oproeren, om te voorkomen dat de dikkere giermaterie, het gierbezinksel, onder in de put zou blijven en door de pomp niet meer opgezogen zou kunnen worden. [JG 1a + 1b; N 11A, 59b; S 30; monogr.]
I-1
|
32607 |
gier pompen |
[gier] pompen:
põmpǝ (L192a Siebengewald)
|
Gier met een pomp uit de gierkelder opzuigen en in de gereedstaande gierton doen vloeien. De gegevens voor Nederlands Limburg (voornamelijk verkregen d.m.v. n 11A) beperken zich tot een achttiental plaatsen. Voor de overige is echter ook het type pompen te verwachten. De plaatselijke uitspraak daarvan kan worden afgeleid uit de gegevens van het vorige lemma. De plaatselijke term voor gier, het object van deze handeling, vindt men in het lemma gier c.a. [JG 1a + 1b; N 11A, 50b; A 9, 26 add.; monogr.]
I-1
|