e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=L192a plaats=Siebengewald

Overzicht

Gevonden: 1788
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
giertonschraag bok: bok (Siebengewald) Een gierton die (nog) niet van vaste "voeten" was voorzien, werd in een soort schraag op de karbodem vastgezet. De schraag bestond uit twee in het midden uitgeholde balken, die soms met twee planken of balkjes onderling verbonden waren. De ton werd in de uitholling van de beide balken gelegd. Vaak spande men nog een ketting over de ton heen. [N 11A, 56b; N 11, 28 add.] I-1
glad, glijdend glad: glad (Siebengewald) glad [DC 39 (1965)] III-4-4
glas-in-loodraam glas-in-lood: glas ien lood (Siebengewald) Een glas-in-loodraam. [N 96A (1989)] III-3-3
gloria gloria (lat.): gloria (Siebengewald) De lofzang "Gloria in excelsis..."[jloria?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gluiperig gluiperig: gluuperig (Siebengewald), stiekem: stiekem (Siebengewald) gluiperig: hij is - [DC 16 (1948)] III-1-4
god de vader god de vader: god de vader (Siebengewald) God de Vader. [N 96D (1989)] III-3-3
godsdienstonderricht op zondag catechismusleer: kategessemesleer (Siebengewald) Het godsdienstonderricht dat vroeger op zondagmiddag vóór het lof (d.w.z. van 14.30 tot 15.00 uur) werd gegeven aan jongeren die van school af waren). [N 96D (1989)] III-3-3
godslamp godslamp: godslaamp (Siebengewald) De godslamp, de altijd brandende olielamp vóór het tabernakel van het hoofdaltaar of sacramentsaltaar [gods-, gôds-, gaods-, godeslamp]. [N 96A (1989)] III-3-3
godslasteren godslasteren: godslaastere (Siebengewald) Godslasteren, blasfemeren. [N 96D (1989)] III-3-3
godslastering godslastering: godslaastering (Siebengewald) Een godslastering, blasfemie. [N 96D (1989)] III-3-3