| 21286 |
schoolkinderen |
schoolkinderen:
sxulkindər (L192a Siebengewald)
|
schoolkinderen [RND]
III-3-1
|
| 20354 |
schoondochter |
schoondochter:
schoŏndochter (L192a Siebengewald),
schòndöchter (L192a Siebengewald)
|
schoondochter [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 20352 |
schoonmoeder |
schoonmoeder:
schònmoeder (L192a Siebengewald),
schoonmoet:
schoŏnmoet (L192a Siebengewald)
|
schoonmoeder [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 20351 |
schoonouders |
schoonouders:
schoŏnèlders (L192a Siebengewald),
schònèlders (L192a Siebengewald)
|
schoonouders [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 20150 |
schoonvader |
schoonvader:
schoŏnfaat (L192a Siebengewald),
schònvāder (L192a Siebengewald)
|
schoonvader [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 20353 |
schoonzoon |
schoonzoon:
schoŏnzōōn (L192a Siebengewald),
schònzón (L192a Siebengewald)
|
schoonzoon [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 20263 |
schoonzuster |
schoonzuster:
schònzŭster (L192a Siebengewald),
neen
schoŏnzūster (L192a Siebengewald)
|
schoonzuster; Bestaan er verschillende woorden voor de zuster van den man of de vrouw, en de vrouw van den broeder? [DC 05 (1937)]
III-2-2
|
| 17637 |
schouder |
schouder:
schouwers (L192a Siebengewald)
|
Hij gaf me een klap op mijn schouder. [DC 17 (1949)]
III-1-1
|
| 29984 |
schraag |
schraag:
sxrāx (L192a Siebengewald)
|
Een uit metaal vervaardigd gestel bestaande uit twee driehoekige steunen die met elkaar verbonden zijn, waarop de smid een werkstuk kan laten rusten. [N 33, 237]
II-11
|
| 31546 |
schraapstaal |
schrapstaal:
sxrapstāl (L192a Siebengewald)
|
Stalen werktuig om een metalen vlak af te schrapen. Het schraapstaal kan verschillende vormen hebben. Vaak wordt het door de smid zelf vervaardigd van een oude vijl waarvan de voorzijde van het blad puntvormig wordt afgeslepen. Zie ook afb. 205. [N 33, 261a-b; N 33, 281; N 64, 58a; monogr.]
II-11
|