e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jongste knecht, manusje van alles varkensdrijver: vɛrǝkǝsdrīvǝr (Simpelveld) Hulpje op de boerderij. In dit lemma is alleen datgene opgenomen wat nog niet in de lemma''s "knecht, algemeen" (1.3.12) of "koehoeder" (1.3.14) is behandeld. Vaak echter wordt de koejongen ook voor allerlei kleinere karweitjes op en om de boerderij ingezet. Onder klooier wordt een varkenshoeder verstaan. Een aanspender (afgeleid van ''aanspannen'') is een beginneling, die pas van school komt. Voor de fonetische documentatie van het woord (knecht) zie het lemma "knecht, algemeen" (1.3.12). [N M, 1c; monogr.] I-6
jongste vogeltje uit het nest kakkejong: kakkəjōngə (Simpelveld) een pas uitgebroed vogeltje (kwabbeke) [N 83 (1981)] III-4-1
jood jood: jŭŭd (Simpelveld, ... ) jood [SGV (1914)] III-3-1, III-3-3
judas judas: Joedas (Simpelveld), joedas (Simpelveld) Judas [SGV (1914)] III-3-3
juffrouw jungfer (du.): Van Dale (DN): Jungfer, 1. (vero.) juf(fer), juffrouw; - 2. (pej.) jongedochter, oude vrijster.  jomfer (Simpelveld), joŏnfer (Simpelveld) juffer [SGV (1914)] III-3-1
jukbeen jukbeen: jukbee (Simpelveld) Jukbeen: het wangbeen onder het oog (koon). [N 84 (1981)] III-1-1
kaakgestel kaken (mv.): kààkə (Simpelveld) kaak: Beide kaken tezamen (kakement, schaar). [N 84 (1981)] III-1-1
kaam kaam/kamen: kȳǝm (Simpelveld) Het wit gerimpeld of vlokkig vlies op wijn, bier, azijn, etc. dat wordt gevormd door een spruit- of gistzwam. [S 16; L 1 a-m; L 27, 53; monogr.] II-2
kaardenbol helmstruik: hemsjtroech (Simpelveld), kam: kempsjtroech (Simpelveld) kaarddistel [SGV (1914)] || kaarddistel (VanDale: gew. ben.vd kaardebol) [SGV (1914)] I-7, III-4-3
kaars kaars: kēəts (Simpelveld), kēͅəts (Simpelveld) kaars [RND] III-2-1