e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
kreek, stilstaand water kreek: krièk (Simpelveld) kreek, klein, smal, veelal stilstaand water, vaak een overblijfsel van een overstroming of van de vroegere loop van een rivier [kil] [N 81 (1980)] III-4-4
krekel krekel: kriekel (Simpelveld) krekel [SGV (1914)] III-4-2
krentenbaard fieber (du.): fiebər (Simpelveld), koorts: koorts (Simpelveld) Uitslag, zweertjes op de lippen en de kin (krentenbaard, baardziekte). [N 84 (1981)] III-1-2
krentenbrood krentenweg: krintewek (Simpelveld) krentenbrood [SGV (1914)] III-2-3
kreunen kermen: kerme (Simpelveld), kuimen: kuime (Simpelveld) kreunen [SGV (1914)] III-1-4
kreunen van de pijn kermen: kermə (Simpelveld) Kreunen van pijn (koorgaan, kermeneren, kermen). [N 84 (1981)] III-1-2
krib in de rivier stei: sjtei (Simpelveld) krib, dam van rijswerk, stenen en aarde om de bedding van een rivier te versmallen en zo de stroom te versterken, loodrecht of schuin op de oever aangebracht [bol] [N 81 (1980)] III-4-4
krijgen krijgen: kriege (Simpelveld) krijgen [SGV (1914)] III-3-1
krijsen keken: keakə (Simpelveld, ... ) een hard schreeuwend geluid maken, gezegd van vogels (kèken, krijsen) [N 83 (1981)] III-4-1
krioelen krioelen: krioelə (Simpelveld) Krioelen: zich in alle richtingen dooreen bewegen (event. met veel lawaai) (krioelen, broeliën, krielen, kriewelen, kriemelen, wriemelen, wriemelen, grimmelen, wemelen). [N 84 (1981)] III-1-2