22199 |
sierduif |
sierduif:
tseerdoef (Q116p Simpelveld, ...
Q116p Simpelveld)
|
Sierduif.
III-3-2
|
20569 |
sigarenpijpje |
sigarenpijpje:
tsiwgáárəpiefchə (Q116p Simpelveld),
sigarenroortje:
siegààrərêûrgə (Q116p Simpelveld),
tsigarərörchə (Q116p Simpelveld),
spitsje:
schpitsgə (Q116p Simpelveld)
|
sigaarhouder; Hoe noemt U: Pijpje waarin men een gedeeltelijk opgerookte sigaar steekt om hem helemaal op te kunnen roken (spit) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17752 |
sik |
sik:
tsik (Q116p Simpelveld),
tsík (Q116p Simpelveld)
|
Geitenbaard. [N 77, 87; S 32; monogr.] || sik (onder aan de kin of aan de onderlip?) [DC 01 (1931)]
I-12, III-1-1
|
28694 |
sikkel |
zichel:
zexǝl (Q116p Simpelveld)
|
Werktuig in de vorm van een halve cirkel met een korte steel dat gebruikt wordt om gras en soms ook wel graan te maaien. In Noord Ned. Limburg is herhaaldelijk opgemerkt: "zelden in handen van boeren ... het is een typisch vrouwengereedschap" (L 270). [N 11, 88; N 18, 79; JG 1a, 1b, 2c; A 4, 28 en 28a; A 14, 7 en 11; A 23, 16.2; L 20, 28; L 42, 46; L 45, 11; Lu 1, 16.2; NE 2, 1; Wi 51; monogr.; add. uit N Q, 11c]
I-5
|
20791 |
sinaasappel |
appelsien:
appeltsieng (Q116p Simpelveld)
|
sinaasappel
III-2-3
|
22530 |
sint-jansbloem |
heksenkruid:
heksekroet (Q116p Simpelveld)
|
Sint-Janskruid.
III-3-2
|
19420 |
sintel |
krei:
kreͅi̯ (Q116p Simpelveld)
|
sintel van antracietkool
III-2-1
|
31245 |
sintelgat, slakkengat |
kraaienlok:
krɛjǝlǭx (Q116p Simpelveld)
|
Het gat onder het smidsvuur waarnaar de slakken en sintels worden afgevoerd. Zie ook afb. 6. In Q 5 werden de sintels langs de bovenzijde van het smidsvuur verwijderd met behulp van de ɛhaardstekɛ. In Q 83 werden de slakken opzij van het smidsbed gegooid en van daaruit vervolgens in een korf. Zie voor het woorddeel kraaien- ook RhWb (IV), kol. 1451 s.v. ɛKreieɛ, "Kohlenschlacke, die Kruste, die das ɛGedecksɛ (Gris) im Ofen bildet, ausgebrannte Kohlen" en Haust, ɛDictionnaireɛ ɛLiégeoisɛ, pag. 176 s.v. ɛcrahêɛ, "morceau de houille incomplètement br√ªlé."' [N 33, 33]
II-11
|
22703 |
sinterklaas |
sinterklaas:
tsinterkloas (Q116p Simpelveld)
|
Sinterklaas.
III-3-2
|
19065 |
sip (kijken) |
verlegen kijken:
verlêge kieke (Q116p Simpelveld)
|
sip kijken [SGV (1914)]
III-1-4
|