28322 |
trekhaak |
trektang:
tre̜ktsaŋ (Q116p Simpelveld)
|
Soort van tang die wordt gebruikt bij het aanbrengen van de verhitte wielband rond de velg van een karwiel. De trekhaak bestaat doorgaans uit een metalen staaf van ongeveer 2 meter lengte waarvan één uiteinde plat is uitgesmeed en een weinig is omgebogen. Boven het gebogen uiteinde is een beweegbare haak aangebracht. Zie ook afb. 213. Bij het aanbrengen van de wielband wordt het gebogen uiteinde van de haak tegen de velg geplaatst, waarna de wielband met behulp van de haak rond het wiel getrokken wordt. [N 33, 277]
II-11
|
32816 |
trekhaak van de cultivator |
trekhaak:
trękhōǝk (Q116p Simpelveld)
|
Aan het zwenkwiel of de voorkar van de cultivator zit van voren een haak waaraan het trektuig van het paard gekoppeld wordt. [N 11A, 151a; monogr.]
I-2
|
22743 |
trekharmonica |
kwetsbuidel:
[Met afbeelding pag. 89].
kwetsjbül (Q116p Simpelveld),
monica:
monneka (Q116p Simpelveld, ...
Q116p Simpelveld),
trekmonica:
trekmonneka (Q116p Simpelveld)
|
Accordeon; trekharmonica. || harmonica [SGV (1914)] || Harmonica. || Trekharmonica; accordeon.
III-3-2
|
17898 |
trekken |
rijten:
riessə (Q116p Simpelveld),
trekken:
trekke (Q116p Simpelveld),
trèkkə (Q116p Simpelveld)
|
trekken [SGV (1914)] || Trekken: een kracht op iets uitoefenen om het te doen bewegen in de richting naar zich toe (trekken, tij(g)en). [N 84 (1981)]
III-1-2
|
18822 |
treuren |
treuren:
treurə (Q116p Simpelveld)
|
verdrietig zijn [pratten, kwelen, wringen, treuren] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
18934 |
treuzelen |
luieren:
luiere (Q116p Simpelveld),
neuzelen:
neuzele (Q116p Simpelveld)
|
treuzelen [SGV (1914)]
III-1-4
|
25051 |
troebel, vuil (water) |
gemoerd:
gemuurd (Q116p Simpelveld),
troebel:
troebel (Q116p Simpelveld)
|
onzuiver, drabbig van vloeistoffen gezegd [vuil, troebel, smerig, gemuurd, murig] [N 91 (1982)] || troebel [SGV (1914)]
III-4-4
|
22393 |
troef |
troef:
trŏĕf (Q116p Simpelveld)
|
troef [SGV (1914)]
III-3-2
|
21385 |
troep |
troep:
trŭŭp (Q116p Simpelveld)
|
troepen (mv.) [SGV (1914)]
III-3-1
|
22394 |
troeven |
aftroeven:
aafdroove (Q116p Simpelveld),
troeven:
troevve (Q116p Simpelveld)
|
troeven (mv.) [SGV (1914)] || Troeven (kaartspel).
III-3-2
|