e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
wakker wakker: wakkər (Simpelveld) Wakker: niet slapend (wakker, snuig). [N 84 (1981)] III-1-2
walm kwalm: kwalm (Simpelveld) dikke vettige damp of rook (walm, kwalm, blaak, zwalm, galm) [N 90 (1982)] III-2-1
wandelen spazieren (du.): sjpatzeerə (Simpelveld) Wandelen: gemakkelijk en zonder zich in te spannen gaan (wandelen, kuieren, kachelen, tuinen). [N 84 (1981)] III-1-2
warm weerx warm (weer): wearm (Simpelveld), werm (Simpelveld), wérrəm (Simpelveld), zwoel (weer): sjwûûl (Simpelveld) warm [SGV (1914)] || warm, gezegd van het weer [smoel] [N 81 (1980)] III-4-4
was was: wesj (Simpelveld) wasch [SGV (1914)] III-2-1
wasbord wasbred: wesjbret (Simpelveld), wɛ̄š˂brɛt (Simpelveld) de plank waarover gegolfd zink geslagen is, waarop men vuil goed wast (troffel, roefel, wasbord) [N 90 (1982)] || wasbord III-2-1
wasknijper klammer: klamər (Simpelveld) wasknijper III-2-1
waslijn draad: droͅat (Simpelveld) waslijn III-2-1
wasteil tijn: tsiŋ (Simpelveld) wasteil III-2-1
waterige kost slabber: sjlàbbər (Simpelveld), slabberans: sjlabbərōns (Simpelveld), slobber: sjlōēber (Simpelveld), slover: sjlôêvər (Simpelveld) slobber; Hoe noemt U: Waterachtig voedsel (zwans, zwadder, zwadderatie, slidder, slierp, slobber, slobbering) [N 80 (1980)] III-2-3