e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dennennaalden dennenspangen: dennesjpang (Simpelveld) dennennaald [SGV (1914)] III-4-3
dennentakje met een pluim vlos: floess (Simpelveld) Een takje met een pluim, aan een den (plos). [N 82 (1981)] III-4-3
desemen aanzetten: aazettə (Simpelveld), desemen: deesəmə (Simpelveld), dèsemə (Simpelveld), mengen: mengə (Simpelveld) desemen; Hoe noemt U: Zuurdeeg in het beslag voor brood doen, desemen (zuren, mengen, desemen, het zuur zetten) [N 80 (1980)] III-2-3
deugniet domgraaf: domgroaf (Simpelveld), ‘?’  doeəmgroaf (Simpelveld) deugniet [SGV (1914)] III-1-4
deur deur: dȳǝr (Simpelveld) [rnd 109; S 6; L 1 a-m; L 12, 5; L A2, 265; monogr.; Vld.; div.] II-9
deurklopper klopper: kløͅpər (Simpelveld) deurklopper III-2-1
diarree dunne, de -: dunnə (Simpelveld) Diarree, buikloop (dunne, pruts). [N 84 (1981)] III-1-2
dief schelm: sjelm (Simpelveld, ... ) dief [SGV (1914)] III-3-1
dienst dienst: deens (Simpelveld) dienst [SGV (1914)] III-1-4
dienstplicht doen dienen: deene (Simpelveld) zijn militaire dienst vervullen [opmoeten, binnenmoeten] [N 90 (1982)] III-3-1