e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gek persoon idioot: idioot (Simpelveld) onverstandige, ergerlijke of gekke dingen doend of zeggend [dwaas, mal, zot, gek] [N 85 (1981)] III-1-4
gekheid maken gekkerij maken: gekkərei maachə (Simpelveld) gekheid maken [mallen, follen] [N 85 (1981)] III-1-4
gekkenhuis gekkenhuis: gekkehoes (Simpelveld) een instelling voor het verplegen van krankzinnigen [zothuis, gek[ken]huis, fermerie] [N 90 (1982)] III-3-1
geld geld: gɛlt (Simpelveld, ... ) geld [RND] || geld opdoen (opmaken) [RND] III-3-1
geld inzetten poulen (<fr.): poelle (Simpelveld, ... ) Inzetten van wedstrijdduiven (poule). III-3-2
gele lupine lupinen: lǝpīnǝ (Simpelveld) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gelijken (op) lijken: lieche (Simpelveld) in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)] III-4-4
gelijkspelen quitte (fr.): kiet (Simpelveld), kwiet (Simpelveld) 1. Quitte. || Quitte. III-3-2
gelijkzetten van de klokken afslag (zn.): aafsjlaag (Simpelveld, ... ) 1. Duivenklokken gelijk zetten. III-3-2
geloof geloof: geloof (Simpelveld) geloof [SGV (1914)] III-3-3