e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q116p plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
houtrasp rasp: rasp (Simpelveld) Staafvormig stalen werktuig met tandjes en putjes voor het bewerken van hout. Zie ook afb. 57. De houtrasp wordt gebruikt om een werkstuk een eerste, voorlopige bewerking te geven. Het ruwe oppervlak wordt vervolgens met een houtvijl verder glad gemaakt. [N 33, 99; N 53, 144a; N 64, 53h; monogr.] II-12
houtsplinter splinter: šplentǝr (Simpelveld) Afgesprongen of afgeslagen klein stukje hout. [N 55, 188a-b; RND 6; L monogr.; monogr.] II-12
hovaardig staats: sjtaats (Simpelveld) grootsch [SGV (1914)] III-1-4
huichelen huichelen: hŭŭchele (Simpelveld) veinzen [SGV (1914)] III-1-4
huid huid: hōēt (Simpelveld), vel: vè:l (Simpelveld) huid [DC 01 (1931)] III-1-1
huidschilfers schokje: sjukske (Simpelveld), splinter: sjplingter (Simpelveld) schilfer [SGV (1914)] III-1-2
huiduitslag uitslag: oessjaach (Simpelveld) Huiduitslag: plaatselijke verandering van de huid in de vorm van vlekken, pukkeltjes, etc. (dutsel, rool). [N 84 (1981)] III-1-2
huif van de huifkar doek: dox (Simpelveld), klep: klɛp (Simpelveld) Kap van de huifkar. Deze kap wordt over hoepels getrokken, die vooraf op een hooikar gezet worden. [N 17, 10b; S 15; Wi 17; L 27, 32; L 1a-m; monogr] I-13
huig lel: lèl (Simpelveld) Huig: het kegelvormig uitsteeksel van het weke gehemelte aan de ingang van de keel; het lelletje in de keel (huig, huik, ziel). [N 84 (1981)] III-1-1
huilen joenken: WBD/WLD  joenkə (Simpelveld) Hoe noemt u een hoog en schel onaangenaam geluid voortbrengen, gezegd van honden (huilen) [N 83] III-2-1