23323 |
joden |
joden:
jŭŭde (Q116p Simpelveld)
|
joden [SGV (1914)]
III-3-3
|
20310 |
jong (bn.) |
jong:
joŏng (Q116p Simpelveld)
|
jong {‘t kind is nog - } [SGV (1914)]
III-2-2
|
24175 |
jong en kaal vogeltje |
naakte jongen (mv.):
subs
naksəjōngə (Q116p Simpelveld)
|
nog geen veren hebbend, gezegd van jonge vogels ( maaibloot, paddebloot) [N 83 (1981)]
III-4-1
|
24338 |
jong van een dier |
jong:
joŏng (Q116p Simpelveld),
joŋ (Q116p Simpelveld),
WBD/WLD
jonk (Q116p Simpelveld),
jongen (mv.):
jōōngə (mv.) (Q116p Simpelveld)
|
[R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)]
I-11, III-4-2
|
34314 |
jong varken |
bag:
bak (Q116p Simpelveld)
|
Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.]
I-12
|
21910 |
jonge duif |
duifje:
düfche (Q116p Simpelveld)
|
duif, jong
III-4-1
|
20159 |
jongen |
jong:
joŏng (Q116p Simpelveld)
|
jongen (knaap) [SGV (1914)]
III-2-2
|
18737 |
jongenshemd? |
onderhemd:
ongerhemp (Q116p Simpelveld)
|
Onderhemd voor jongens. Hoe noemt men in uw dialect het hemd dat onder de bovenkleding wordt gedragen, direct op het lichaam: van jongens? [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18735 |
jongensonderbroek? |
jongensboks:
jongesboks (Q116p Simpelveld)
|
Onderbroek voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|
18733 |
jongensondergoed? |
jongensonderwas:
jongesongerwesch (Q116p Simpelveld)
|
Ondergoed voor jongens. [DC 62 (1987)]
III-1-3
|