e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Simpelveld

Overzicht

Gevonden: 2877
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
durven durven: dorve (Simpelveld) durven [SGV (1914)] III-1-4
duwen duwen: dujje (Simpelveld), dèùüjə (Simpelveld) duwen [RND], [SGV (1914)] III-1-2
dwarsbalk biels: biels (Simpelveld) de houten, stalen of gewapend betonnen dwarsbalk waarop de rails bevestigd zijn [biels, biel] [N 90 (1982)] III-3-1
dwarsbalkjes, egscheien warsbalken: wē̜ǝš˱bęlǝk (Simpelveld) De dunnere verbindingsstukken tussen de hoofdbalkjes van deeg. Deze kunnen ook van tanden zijn voorzien, vooral als het de oude driehoekige eg betreft. Voor de plaatsen waar men voor deze scheien geen aparte term gebruikt, zie men het lemma ''de gezamenlijke balken van de eg''. [JG 1a + 1b; N 11, 69b; N 11A, 155b; monogr.] I-2
dwarsdrijven warsdrijven: weesj drieve (Simpelveld) dwarsdrijven [SGV (1914)] III-1-4
dwarsdrijver warsdrijver: weesjdriever (Simpelveld) dwarsdrijver [SGV (1914)] III-1-4
dwaze streek gekke streek: eng gèkke sjtrich (Simpelveld) een dwaze streek [woei] [N 85 (1981)] III-1-4
dweil schroblommel: šrupluməl (Simpelveld) dweil III-2-1
dwingen zwingen (du.): tswinge (Simpelveld) nopen [SGV (1914)] III-1-4
eb, laagtij eb: ib (Simpelveld), laag water: lièg wasser (Simpelveld) eb, teruggaan van het water van de zee en de toestand van laag water [N 81 (1980)] III-4-4