e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
dood (adj.) dood: znd 23, 022a;  doot (Sittard) dood; hij is - [ZND 23 (1937)] III-2-2
dood (bn.) dood: doet (Sittard), dood (Sittard, ... ), dóót (Sittard), gepeerd: gepirt (Sittard), mol (barg.): vgl. "mollen"= doden (barg.)  mol (Sittard), peiger: Jiddisj  peiger (Sittard), pierewaaien: hae is pierewaaje (Sittard), rips: cf. RIP  ripsj (Sittard) dood [SGV (1914)] || dood (bijv.) [DC 03 (1934)] || dood (bn) || dood (bn.?) || dood (bv.) || dood; ¯t kindje was - eer (dat) ze ¯t konden dopen [RND] || hij is dood III-2-2
dood (zelfst.nw.) dood: 1a-m; 23, 21  doot (Sittard) dood (subst.; na den dood) [ZND 01 (1922)] III-2-2
dood (zn.) dood: dood (Sittard), einde: het einde (Sittard) de toestand die intreedt bij het eindigen van het leven [dood, overlijden, versterf, verscheiden, einde] [N 86 (1981)] || dood (zn.) III-2-2
doodgraver doodgraver: dootgraever (Sittard) doodgraver III-2-2
doodlopende weg zakweg: zakweg (Sittard) een doodlopende weg (cul-de-sac, keerweg) [N 90 (1982)] III-3-1
doodskist doodskist: dootskis (Sittard, ... ), zerk: zerk (Sittard, ... ) doodkist, lijkkist || Doodskist. || zerk doodkist III-2-2, III-3-3
doodskleed doodshemd: doodshumme (Sittard), dootshumme (Sittard), Wit lang kleed.  doodshumme (Sittard), doodskleder: doodskleijer (Sittard), doodskleed: doodskleid (Sittard), wit doodskleid (Sittard) bekleding van de overledene, wanneer hij in de doodkist wordt gelegd (thans inventarisatie; betekenis/uitspraak [N 23 (1964)] || doodskleed/doodsmantel || kleding waarmee overledene wordt bekleed [N 23 (1964)] III-2-2
doodsklok dodenklok: dôdeklok (Sittard) De klok die geluid wordt na het overlijden en/of bij de begrafenis van iemand [dôdsklok, dódsklok, dödsklok, doeëdsklok?]. [N 96A (1989)] III-3-3
doof doof: douf (Sittard), hae is zoo douf es ne pot (Sittard) doof [SGV (1914)] || hij is zo doof als... (vertaal en vul aan) [ZND 23 (1937)] III-1-1