e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
enig kind enigst kind: einigst kèndj (Sittard) een enig kind; een kind dat geen broers of zusters heeft [koekoek, koekoeksjong] [N 87 (1981)] III-2-2
enkel enkel: einkel (Sittard), ènkel (Sittard) enkel [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1
enkele kunstmestsoorten ammoniak: amǝni̯ak (Sittard), kalk: ka.lǝk (Sittard) In dit lemma is een aantal (verzamel)termen voor moderne kunstmestsoorten bijeengezet. De opsomming is verre van volledig, omdat naar het gebruik en de uitspraak van evt. regionale en algemene benamingen voor de verschillende kunstmeststoffen niet overal, noch genoegzaam werd ge√Ønformeerd. [N 11A, 62b; N 11, 27 add.; N P, 8 + 9 add.; div.; monogr.] I-1
enkelvoudig handvat handgreep: handgreep (Sittard) Handvat van de zeis, indien het er maar één is. Zie de algemene toelichting bij deze paragraaf en de toelichting bij het lemma ''steel van de zeis''.' [N C, 3a] I-3
ent, stek gruffel: gruffel (Sittard) entlot, griffel I-7
enten gruffelen: gruffele (Sittard), grøfələn (Sittard), pukken zetten: pukke zetten (Sittard) [RND 08] [SGV (1914)] I-7
envelop envelop (<fr.): envelop (Sittard) de omslag voor brieven [enveloppe, brievenzak, zakje] [N 90 (1982)] III-3-1
epidemie epidemie: epedemie (Sittard) Epidemie: een besmettelijke ziekte die zich zeer snel uitbreidt (epidemie). [N 84 (1981)] III-1-2
epistel epistel (<lat.): epistel (Sittard) De eerste lezing, het epistel [t/dn epistel, epiestel?]. [N 96B (1989)] III-3-3
ereboog ereboog: eerebaoch (Sittard) Erepoort. III-3-2