e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
hek, poortje barier: bareir (Sittard), vauweren: vauwere (Sittard), veken: vaeke (Sittard, ... ), vêke (Sittard), Doe het vaake maar tui en laat de masse maar wonen: schampscheut op een Sittardenaar, die het Nederlands zeer slecht uitspreekt of verkeerd gebruikt  vaeke (Sittard) hek [SGV (1914)] || poort III-2-1
helemaal, geheel en al gans: gans (Sittard) helemaal, geheel en al III-4-4
helling, talud klif: kleef (Sittard) helling langs de weg III-4-4
helmkruid heilgras: idiosyncr. helmkruid  heilrasj (Sittard), meilgras: aanhangsel N92 voor Sittard  meilrasj (Sittard) helmkruid [N 92 (1982)], [N 92 (1982)] III-4-3
helpen bijstaan: biesjtaon (Sittard), helpen: helpe (Sittard), nutzen (du.): nótse (Sittard) bijstaan, helpen || helpen III-1-4
hemel hemel: he.məl (Sittard), heemel (Sittard) hemel [RND], [SGV (1914)] III-3-3
hemelsleutel sint-jansbloem: idiosyncr.  Sint Jansbloum (Sittard) Hemelsleutel (sedum telephium: purpureum 10 tot 40 cm hoog. De stengels groeien rechtop of opstijgend; de bladeren groeien tegenoverstaand, eivormig, vlezig en gezaagd; de bloemen groeien in dichte trossen en zijn geel of purperrood. Bloeitijd in juli e [N 92 (1982)] III-4-3
hen met kuikens kloek: kluk (Sittard) Kip die rondloopt met kuikens. Zie afbeelding 9. [A 6, 1c; A 28, add.; L 22, 22; Gwn 5, 15 add.; NE II, 11; L B2, 320; R 3, 40; JG 1a, 1b, 2c; Vld.; monogr.] I-12
hengel hengel: *Sittard Wb., vgl. wel  hengel (Sittard) Een lange stok om mee te vissen. [ZND 23 (1937)] III-3-2
hengel: angel angel: angel (Sittard) hengel [SGV (1914)] III-3-2