e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
inmijner? (wbd) lokwagel: lokwagel (Sittard), stroman: sjtreuman (Sittard) Heeft men voor de persoon bedoeld in de vorige vraag nog een bepaalde naam? [N 21 (1963)] III-3-1
inrijpoort ovenpoort: ǭvǝpǭrt (Sittard) Poort of deuropening van de steenoven. [monogr.] II-8
inschenken inschudden: insjödde (Sittard), schudden: Höbste de kaffee al op en aaf gesjöt: heb je de koffie al overgeschonken  sjödde (Sittard) inschenken || schenken III-2-3
inslaan aanzetten: ānzę ̞tǝ (Sittard) De droge vormelingen naar en in de oven brengen. De invuller uit Q 111 maakt een onderscheid tussen het aanvoeren en het opstapelen van de stenen. De eerste handeling duidt hij aan met de term brikken schurgen, de tweede met inzetten. Het lemma bevat zowel opgaven voor de veldoven als voor de meer fabrieksmatig georganiseerde steenovens. [N 98, 118; N 98, 152; monogr.] II-8
inslaan, van de bliksem gezegd inslaan: ingesjlage (Sittard), insjloan (Sittard), inslaon (Sittard, ... ) inslaan, gezegd van de bliksem [afvellen] [N 22 (1963)] III-4-4
inspannen voorspannen: vø̄ršpanǝ (Sittard) Het opgetuigde paard voor een kar met berries spannen. Men plaatst het tussen de berries, waaraan de draagriem, de brede buikriem, en de strengen worden vastgemaakt. Voor andere voer- en landbouwwerktuigen wordt het paard niet in- maar aangespannen. De term inspannen werd echter ook enkele keren in de hier behandelde betekenis opgegeven. [JG 1b; N 8, 98a; RND 74] I-10
invetten insmeren: enšmērǝ (Sittard) Blik, vorm of plaat invetten om aankleven van het deeg te voorkomen. [N 29, 38a; monogr.] II-1
inzet bij het spel mise (fr.): Laote ver noch mer n mies maake: laten we nog maar een spel doen.  mies (Sittard), pot: pot (Sittard, ... ) Het geheel van wat door elk van de spelers in een partijtje op het spel gezet is [pot, zaad, zwik]. [N 88 (1982)] || Pot; spel. || Spel; inzet. III-3-2
inzetter enzetter: enzę ̞tǝr (Sittard  [(meervoud: enzę ̞tǝš)]  ), inschurger: enšø̜rǝgǝr (Sittard  [(meervoud: enšø̜rgǝš)]  ) De arbeider die de droge vormelingen onder leiding van een deskundige die meestal ook als stoker fungeert, in de oven plaatste. In Q 111 maakte men een onderscheid tussen de schurger (ēø̜r\g\r) die de stenen aanvoerde en de inzetter (enzę ̞t\r) die de stenen in de oven plaatste. [N 98, 119; N 98, 153; monogr.] II-8
inzouten inzouten: betaald zetten Dat kénste dich izaute: daar kun je het mee doen  izaute (Sittard), pekelen: paekele (Sittard), peekele (Sittard), zouten: zaute (Sittard), Dem höbbe ze de pap verzaute: hem hebben ze het spewl bedorven  zaute (Sittard) in de pekel leggen, met pekel begieten || inzouten || pekelen || zouten || zouten (mv.?) [SGV (1914)] III-2-3