e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
jokeren (kaartspel) jokeren: jokeren (Sittard) Namen [en beschrijving] van diverse kaartspelen zoals: [bonken, eenentwintigen, hoogjassen, kajoeteren, klaverjassen, kwetten, kruisjassen, liegen, pandoeren, petoeten, schuppemiejen, smousjassen, tikken, toepen, wijveren, zwartebetten, zwartepieten, zwik [N 88 (1982)] III-3-2
jong (bn.) jong: jónk (Sittard), ⁄t kèndj is nog jŭnk (Sittard) jong , jeugdig (bn) || jong [t kind is nog ~] [SGV (1914)] III-2-2
jong en kaal vogeltje katsjong: katsjjonk (Sittard), stroddelaar: zie sjtroddele  sjtroddelaer (Sittard), vogeltje: mv.  veugelkes (Sittard, ... ) nestjong || vogel, jonge — || vogeltje III-4-1
jong en kaal vogeltje adj. kats: katsj (Sittard), piepjong, pas uit het ei  katsj (Sittard) piepjong || piepjong, pas uit het ei III-4-1
jong van een dier bagge: bagge (Sittard), jong: joeng (Sittard), joŋk (Sittard), jŏnk (Sittard), jŭnk (Sittard), jøŋk (Sittard), kalf: kalve (Sittard), kats jong: (kàtsj) joeng (Sittard) [R 12, 38; S 16; L 1a-m; L 27, 47a; monogr.]Hoe noemt u het jong van een dier (jonk, jonkie, welp, wulp, kakerd, kakernest) [N 83 (1981)] || jong (subst.; van een dier) [Roukens 12 (1937)] || jong (ve dier) [SGV (1914)] I-11, III-4-2
jong varken bag: bak (Sittard), bagje: bɛkskǝ (Sittard) Jong varken in het algemeen. [N 19, 3; N C, add.; L 1a-m; L 3, 2b; L 37, 49a; NE I.12; NE 2.I.9; JG 1a, 1b, 2c; AGV KI; S 3; RND 46 en 84; Vld.; Wi 51; Gwn 5, 12; monogr.] I-12
jonge brasem bliek: blee:k (Sittard) bliek (vis) III-4-2
jonge duif pieper: piepesj (Sittard), ideosyncr. jonge duiven  piepesj (Sittard), Verouderd.  piepesj (Sittard), pieperd: piepert (Sittard, ... ) 2. Jonge duiven. || duif, jong [N 83 (1981)] || duif, jonge — || Jonge duif. III-3-2, III-4-1
jonge gans gansje: gaęi̯skǝ (Sittard), gęi̯skǝ (Sittard) De benamingen in dit lemma duiden in het algemeen op een jonge gans. In vraag A 6, 5c werd gevraagd naar de dialectbenamingen voor "pasgeboren ganzen". De antwoorden zijn ook in dit lemma opgenomen. Hierdoor komen er onder andere (-)kuiken-opgaven voor. [L 34, 15; JG 1a; A 6, 5c; A 2, 42; monogr.] I-12
jonge geit geitje: geitje (Sittard) [N 19, 71a; N 77, 75; A 9, 21; JG 1a; monogr.] I-12