e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
maandag na driekoningen add. het kindje zoeken: Op verloren Maandag (Koppermaandag, Maandag na Driekoningen), was t gebruik al rondtrekkend de herbergen te bezoeken. Dit werd genoemd "t kindje zuike"in verband met het daags te voren gelezen Evangelie van het "verloren"kind Jesus, en door Zijne ouders in den tempel gevonden werd.  `t kindje zuike (Sittard) z. toel. III-3-2
maansverduistering maaneclips: moaneklips (Sittard), maansverduistering: moansverduustering (Sittard, ... ) eclips (van de maan) [ZND 01 (1922)], [ZND 23 (1937)] || Eclips van de maan [SGV (1914)] III-4-4
maantje op de nagel maantje: maantje (Sittard) maantje: Lichter gekleurd gedeelte onderaan de vingernagels (maantje). [N 84 (1981)] III-1-1
maanx maan: mao:n (Sittard), maon (Sittard), moan (Sittard) maan [SGV (1914)] III-4-4
maat houden bij het dorsen slaghouden: slaxhau̯tǝ (Sittard) Wanneer men met meer dan één man dorst, moet men goed de maat houden; zie ook de algemene toelichting bij deze paragraaf. In dit lemma staan de benamingen voor dit houden van de juiste maat bijeen. De uitdrukking boekweit dorsen, of beter: boekweitkoek dorsen of - slaan (en heteroniemen, zie het lemma ''boekweit'', 1.2.10) betekent doorgaans: "ritmisch, op maat dorsen"; de term is een onomatopee. Soms ook betekent de uitdrukking dat alle dorsers tegelijk slaan ten teken dat het dorsen klaar is. In L 326 merkt de zegsman opdat deze uitdrukking "verkeerd dorsen" betekent. Trompen is wel de benaming voor het ritmisch luiden van de kerkklok; vergelijk ook het type luiden zelf. Voor de fonetische documentatie van het woord [dorsen], zie het lemma ''dorsen'' (6.1.1).' [N 14, 12 en 14b; JG 1a, 1b; monogr.] I-4
maat, algemeen duimstok: doemsjtèk (Sittard), maat: maot (Sittard, ... ), (maote-mäötje). ps. zie de verschillende maten in het boek (lengtematen, vlaktematen, graanmaten, maten voor vloeibare waren, inhoudsmaten en gewichten): blz. 231 en 232.  maot (Sittard), mv.: mao:t\\  mao:t (Sittard, ... ) de eenheid waarmee lengten, inhouden etc. worden gemeten, in het algemeen [maat, pegel] [N 91 (1982)] || maat || maat, afmeting III-4-4
maatje, maat van 0,1 liter maatje: maotje (Sittard) de maat die een inhoud aangeeft van 0,1 liter [maatje] [N 91 (1982)] III-4-4
maatmand vatsmand: vā.tšmanj (Sittard) Mand met bepaalde inhoudsmaat. Zie ook het lemma ɛvatɛ in wld II.3, pag. 159-160.' [N 20, 50; N 40, 94; N 40, 95; monogr.] II-12
macaroni macaroni: makroonie (Sittard) macaronie III-2-3
machinale steen ringovensteen: rēŋǭvǝštęjn (Sittard) Machinaal gevormde baksteen. [N 30, 54f] II-8