e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
op stelten lopen op stelten lopen: op sjteltje loupe (Sittard), steltenlopen: NB sjteljteluipert: steltloper.  sjteljteloupe (Sittard), vgl. pag. 402: Steltlopen.  sjtelte loupe (Sittard), steltlopen: sjtelt loupe (Sittard) [Steltlopen]. || Op stelten lopen [stelten]. [N 88 (1982)] || stelten [op ~ loopen] [SGV (1914)] || Steltlopen. III-3-2
opbollen opbollen: opbǫlǝ (Sittard) De afgewogen deegstukken opbollen. Het opbollen dient om een mooie ronde bol te verkrijgen, waardoor het vormen van het brood veel gemakkelijker kan geschieden, dan wanneer men dit van het direct afgewogen stuk moet doen (Schoep blz. 99). Verder dient het om de fijnheid van rijs te be√Ønvloeden en de kleefstof soepeler te maken. Het opbollen kan met de hand of machinaal plaatsvinden. [N 29, 34; N 29, 30b; monogr.] II-1
opbrengst winst: winst (Sittard) dat wat iets bij verkoping oplevert, de opbrengst [schoor, winst] [N 89 (1982)] III-3-1
opbrengst van een aardappelstruik struik: štrūk (Sittard) Bij het woordtype kooksel wordt opgemerkt: "eigenlijk voldoende om éénmaal van te eten". [N 12, 19] I-5
openbare verkoop <omschr.> daar wordt land verkocht: daòwurd landj verkoch (Sittard), meubelverkoop: muibelverkoup (Sittard), veilen (ww.): veile (Sittard), veiling: veiling (Sittard), veiling van meubelen: veiling van muibele (Sittard), verkoop: eine verkoup (Sittard), verkoup (Sittard), verkoping: verkuiping (Sittard) een openbare verkoping aan de meest biedende; verkoping bij opbod bijv. van huizen, landerijen, groenten en fruit, vis, etc. [roep, veiling] [N 89 (1982)] || openbare verkoping van goederen, huisraad vooral [koopdag, uitroep?] [N 21 (1963)] || openbare verkoping van onroerende goederen [N 21 (1963)] III-3-1
openbare weg steenweg: sjteivich (Sittard) een grote, doorgaande weg, een openbare straatweg (baan, grootbaan, steenweg, kasseiweg, klinkerd, klinkweg) [N 90 (1982)] III-3-1
openbreken openbreken: ǭpǝbrę̄kǝ (Sittard) De molenstenen van hun plaats nemen als ze gescherpt moeten worden. Daartoe moet de molenaar de kuip met alle toebehoren rondom de stenen verwijderen. Vervolgens licht hij de loper uit het staakijzer en legt hem omgekeerd naast de ligger, zodat het maalvlak van de loper en ligger bewerkt kan worden. De meeste in dit lemma opgenomen termen veronderstellen de (molen)stenen of de molen als object. [N O, 33g; Vds 199; Jan 178; Coe 160; Grof 194] II-3
openbroek met linten boks: bōks (Sittard), snelzeikerd: sjnelzeikert (Sittard) meisjes- of vrouwenonderbroek zonder kruis || vrouwen (onder)broek (vero) met zijsplitten en voorzien van linten in de pijpband waarmee de kousen worden vastgemaakt [boks] [N 25 (1964)] III-1-3
opgebaard zijn boven aarde liggen: baovenaert liGGe (Sittard) opgebaard liggen III-2-2
opgewarmde koffie aangelengde: aangelengde (Sittard), zauwel: zacht regentje. ?t zët zich in ?ne zauel: het begint zachtjes te regenen  zauel (Sittard) Opgewarmde koffie (schuddebol?) [N 16 (1962)] || verpieterd eten of -koffie III-2-3