e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
biechten (gaan) biechten (gaan): bichte (Sittard), zich biechten (gaan): ver goan os bichte (Sittard) biechten [SGV (1914)] || We gaan biechten, of ... ons biechten, of ... te biechte (welke uitdrukking is hiervoor gebruikelijk?). [ZND 21 (1936)] III-3-3
biechtstoel biechtstoel: biechsjtoal (Sittard) De biechtstoel, het meestal houten optrekje waarin de priester biechthoort [biech(t)sjtool?]. [N 96A (1989)] III-3-3
bieden bieden: bei-je (Sittard), beije (Sittard), bɛijə (Sittard) bieden [RND], [SGV (1914)], [ZND 21 (1936)] III-3-1
bier bier: beijer (Sittard), bééjər (Sittard), verzamelfiche ook mat. van ZND 01 (a-m) ook ZND 22 vr. 27a  bei-jer (Sittard), Wie roeër, of zoerder gebroeë wie baeter beier: als iemand na zorgvuldig overleg toegeeft  b‧eͅi̯ər (Sittard), lager: opslagplaats lager in de techniek  laager (Sittard), pils: biersoort  pils (Sittard) bier [RND], [SGV (1914)], [ZND 06 (1924)] || licht bier || pils III-2-3
bierboom bierboom: bęjǝrbǫwm (Sittard) Soort juk met daaraan twee kettingen met haken waarmee biervaten in de kelder worden gebracht. Zie afb. 1. [monogr.] II-2
bierkelder lagerkelder: lāgǝrkęldǝr (Sittard) De ruimte waar het bier wordt opgeslagen wanneer het niet direkt aan klanten wordt geleverd. [N 35, 87; monogr.] II-2
bierklaarsel gelatine: šelǝtīn (Sittard), kalfsknook: kawfsknǭk (Sittard) Het middel dat aan het bier wordt toegevoegd om dit te klaren. Uit de opgave blijkt dat er nogal veel verschillende middelen door de diverse bierbrouwers worden gebruikt. Volgens P. Chambille de Beaumont (pag. 8) werd in Maastricht gebruik gemaakt van "saliansky". Dit was een klaringsmiddel dat bestond uit de vellen van een vis (saliansky) die uit Rusland werd ge√Ømporteerd. Ook de respondent uit L 210 merkt op dat het "bereidsel" was gemaakt van een Russische vis. Het werd bereid met azijn. Men moest het "bereidsel" kloppen tot het "kort" was, waarna het bij het bier in de ton werd gedaan. De zegsman uit Q 99 vermeldt, evenals P. Chambille de Beaumont, dat de "vislijm" werd aangemaakt in een bierketel en geroerd met een "bezempje", een kort roeachtig voorwerp. De invuller uit Q 99 merkt op dat het klaarsel werd gemaakt van runderbeenderen, terwijl volgens de respondent uit P 180 de "gelatine" werd getrokken uit de poten van koeien. [N 35, 83; monogr.] II-2
bierpap bierpap: beiërpap (Sittard), slemp: sjlemp (Sittard, ... ) Bierpap (beerslemp?) [N 16 (1962)] III-2-3
biersoep bierslemp: werd warm gegeten bij verkoudheid direkt voor het naar bed gaan, zodat men flink kon zweten  b‧eͅi̯əršlɛmp (Sittard), biersoep: beiersop (Sittard, ... ), beiërsop (Sittard), slemp: sjlemp (Sittard, ... ), Geer zeet allebei gout verkaut, ich maak uch ?nen tèier sjlemp en dan de lappekas in mit uch: jullie zijn allebei flink verkouden, ik maak jullie een bord warme biersoep en dan hup naar bed Sjlemp wordt gemaakt van "beier", "bloum"em "bróssókker  sjlemp (Sittard) biersoep, gemaakt van bier, meel en kandijsuiker || Soep, hoofdzakelijk gemaakt van bier (biersoep, beersop, bierzuipe) [N 16 (1962)] || warme biersoep III-2-3
bierstelling baar: (mv.)  bø̜rǝ (Sittard), stelling: štęleŋ (Sittard) De stellage waarop het gist- of legervat is geplaatst. Zie afb. 13. [N 35, 74; monogr.] II-2