e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
suikeroom suikernonk: sókkernónk (Sittard) suikeroom III-2-2
suikertante suikertant: sókkertant (Sittard) suikertante III-2-2
suizen van de oren ruisen: roesje (Sittard), suizen: soeze (Sittard), t soesde in mien ore (Sittard), B.v. mien ore soesde mich.  soeze (Sittard), tuiten: toete (Sittard) suizen van de oren [toewte, fluite] [N 10 (1961)] III-1-1
sukkelen aan de sukkel zijn: aan de sukkel (Sittard) Sukkelen: aanhoudend ziek of niet gezond zijn, ziekelijk zijn (kwijpelen, plaaieren, op de sukkelbaan zijn, in het sukkelstraatje zijn). [N 84 (1981)] III-1-2
t-vormige hoeve werkhuis: werkhus (Sittard) Stal en schuren liggen achter elkaar; het woongedeelte staat hier dwars op en steekt aan beide zijden uit. Enkele opgaven komen overeen met de algemene benaming voor de boerderij; ter plekke is dan de T-vormige bouw de algemeen gebruikelijke. Voor de fonetische documentatie van deze gevallen, die aan het begin van het lemma bijeen staan, wordt verwezen naar het lemma "boederij, algemeen" (1.1.1). Zie kaart 4, het Ten Geleide van deze aflevering en afbeelding 4. [N 4A, 2b; monogr.] I-6
taaie pannenkoek lap leer: laplaer (Sittard) Taaie pannekoek, zonder gist gebakken (leere ties, leere maria?) [N 16 (1962)] III-2-3
taaien; scholletjespringen scholletje springen: sjölke sjprénge (Sittard), scholletje varen: sjölke vaare (Sittard), sjölke vare (Sittard), vgl. pag. 384: Scholletjespringen, -trappen.  sjölke vaare (Sittard) [Scholletjespringen, -trappen]. || Scholletjespingen, -trappen. || Scholtrappen. III-3-2
taal taal: taal (Sittard) taal; datgene waarvan men zich bedient om zijn gedachte of gevoelens kenbaar te maken [taal, tong] [N 87 (1981)] III-3-1
taart taart: taart (Sittard, ... ), Dim. taertje  taart (Sittard) taart [SGV (1914)] || Taart (toert, gattoo?) [N 16 (1962)] III-2-3
taats van het staakijzer spil: špel (Sittard) Het onderste, pinvormige gedeelte van het staakijzer dat draait in een pan die ingewerkt is in een op een ijzeren balk gemonteerd stalen blok. [Vds 103; Jan 141; Coe 124; Grof 147; A 42A, 24] II-3