e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
tak (alg.) overjarige tak: ideosyncr.  euverjaorige tekke (Sittard), tak: tak (Sittard), tek mv (Sittard, ... ), ideosyncr.  tak (Sittard), takje: tekske (Sittard) Een twee- of meerjarige twijg (tak, spil, tekker). [N 82 (1981)] || tak [SGV (1914)] III-4-3
tak op ingezaaid land rijs: ris (Sittard), strowis: štrøǝwø̜š (Sittard), vreemei: vrēmęi̯ (Sittard) De tak, stok of bundel stro die men op de pas ingezaaide akkers plaatste om aan te geven dat deze niet betreden mochten worden door jagers en anderen. Voor streep, zie WNT s.v. in de betekenis "grensteken". [N M, 26; monogr.] I-4
tak van een geslacht generatie: ginneraase (Sittard) generatie (tak van een geslacht) III-2-2
takken (coll.) kroon: ideosyncr.  kroen (Sittard), kroon (Sittard), tak (mv.): tek (Sittard) Alle takken samen (griend, kroon, gezwaai). [N 82 (1981)] || takken (mv.) [SGV (1914)] III-4-3
takken krijgen schieten: ideosyncr.  sjeut (Sittard), uitspringen: ideosyncr.  oetsjprenge (Sittard), vertakken: ideosyncr.  vertakke (Sittard) Takken krijgen, gezegd van een boom (takken). [N 82 (1981)] III-4-3
takkenbos, bussel hout schans hout: ein sjans hout (Sittard) takkenbos, bussel takken en twijgen [N 27 (1965)] I-7
talie, maat van 1/16 el (4,25 cm) talie: talie (Sittard) de maat die een lengte aangeeft van 1/16 el (0.042m) [N 91 (1982)] III-4-4
talud berm: bɛrm (Sittard), graaf: grāf (Sittard), greppel: grɛpǝl (Sittard), grub: grø̜p (Sittard) De aflopende kant van een weg, dijk of sloot. Een aantal woordtypen duidt op een sloot of greppel naast de weg, terwijl gevraagd was naar de ø̄aflopende kant van een weg, dijk, of slootø̄. [N M, 27; N 11, 7a; N 11, 7b; monogr.] I-8
tamme kanarie kanarievogel: kernaajevogel (Sittard), kernaajevoogel (Sittard, ... ), kərnā.i̯əvō.gəl (Sittard) kanarie III-2-1
tand tand: tandj (Sittard, ... ) tand [DC 01 (1931)], [SGV (1914)] III-1-1