e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bliksemen bliksemen: blikseme (Sittard), ⁄t bliksemde (Sittard), ⁄t bliksemp (Sittard, ... ), ⁄t bliksemt (Sittard, ... ), ⁄t blikssemt (Sittard), lommen: lomme (Sittard), weerlichten: ⁄t wearlichte (Sittard) bliksemen [ZND 21 (1936)] || bliksemen met een felle straal [t vuurlicht] [N 22 (1963)] || bliksemen, weerlichten || bliksemschicht, bliksemstraal [weerlicht, blidderum] [N 22 (1963)] || het bliksemt [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] III-4-4
blikslager blikslager: blē̜kslē̜.gǝr (Sittard) Ambachtsman die blik verwerkt en blikken voorwerpen herstelt. [N 66, 55a; Wi 2; L 34, 17a; monogr.] II-11
blinde vink blinde vink: blenj vinke (Sittard), blènj vinke (Sittard), blènjvènke (Sittard), muis: muus (Sittard), muisje: muskes (Sittard), mus zonder kop: klein lapje, puntig toegesneden, kalfsvlees met een stukje spek of vet erin  mösj zónger kop (Sittard) Opgerold kalfslapje met vulsel (blin vinke, muisje zonder kop?) [N 16 (1962)] || soort blindevink III-2-3
blindemannetje spelen blindeman: blindeman (Sittard), blindemannetje: vgl. pag. 48: Blindeman spelen.  blénjemenke sjpeele (Sittard), Zie: kénjersjpeelkes.  blénjemènke sjpeele (Sittard), kakkermommetje: kakkermumke sjpeele (Sittard, ... ) [Blindeman(netje) spelen]. || Blindeman spelen. || Blindemannetje spelen. || Het spel waarbij één van de spelers die de anderen moet vangen geblinddoekt is [kakkemommen, blindemannetje, blindekoe, blindekoekoek]. [N 88 (1982)] III-3-2
blinken, glimmen, glanzen blinken: blinke (Sittard) een glans van zich geven [glimmen, glanzen, blinken] [N 91 (1982)] III-4-4
bloed bloed: bloud (Sittard, ... ), blôwəd (Sittard) bloed [N 10 (1961)], [SGV (1914)] III-1-1
bloed roeren kloppen: klø̜pǝ (Sittard) Als het dier gestoken is, vangt men soms het bloed op om dit later in de bloedworst te verwerken. Om te voorkomen dat het bloed stolt, roert men er met de hand wat stro, een houtje of iets dergelijks doorheen. [N 28, 17; monogr.] II-1
bloedaders melkaderen: mɛlkǭrǝ (Sittard) Aders zichtbaar op de uier. [N 3A, 118c] I-11
bloedluis bloedluis: bloudloes (Sittard), bloutloes (Sittard), eigen spellingsysteem  bloudloes (Sittard), Veldeke  bloudloes (Sittard) bloedluis || bloedluis, luis die kankergezwellen veroorzaakt aan appelbomen [N 26 (1964)] III-4-2
bloeduitstorting blauw plaatsje: blauw plaatsje (Sittard) Hoe noemt u de geelachtig blauwe plekken op de huid, die een gevolg zijn van slaan, stoten of vallen? [DC 52 (1977)] III-1-2