e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... dialect=Q020p plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
broeden, op eieren zitten broeden: brø̜i̯ǝ (Sittard) [N 19, 45; N 19, 44d; Vld.; S 5; L 1a-m; L 22, 22; JG 1a, 1b; monogr.] I-12
broedende kip op eieren klok: klǫk (Sittard), prok: prǫk (Sittard) [N 19, 43a; JG 1a, 1b, 2c; L 14, 21; A 6, 1c; S 5; L B2, 320; monogr.] I-12
broeder broeder: brouer (Sittard) broeder [SGV (1914)] III-3-3
broederschap broederschap: ps. deels omgespeld volgens Frings.  broder[sjø͂ͅp (Sittard) broederschap [SGV (1914)] III-3-3
broeibak broeibak: bruijbak (Sittard) [SGV (1914)] I-7
broeien broeien: brø̜jǝ (Sittard) Het varken met heet water begieten om de haren en de opperhuid te weken, opdat de haren gemakkelijk afgekrabd kunnen worden. [N 28, 19; monogr.] II-1
broek boks: boks (Sittard) De horizontale riem van het achterhaam die om de billen van het paard loopt. [JG 1a, 1b, 2b; N 13, 75; monogr.] I-10
broek: algemeen boks: boks (Sittard, ... ), bŏks (Sittard), bŭks (Sittard), bóks (Sittard) broek [ZND 22 (1936)] || broek (kledingstuk voor mannen) [ZND 16 (1934)] || broek (kleedingstuk) [SGV (1914)] || broek in het algemeen [boks, sjmeek, brits] [N 23 (1964)] III-1-3
broekkettingen achterhaamkettingen: axtǝrhāmkęteŋǝ (Sittard) Kettingen waarmee de broek van het achterhaam aan de berries is vastgemaakt. [N 13, 79] I-10
broekland, moeras moeras: moeras (Sittard, ... ), zomp: soemp (Sittard) moeras [DC 02 (1932)] III-4-4