e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
gele lupine lupinen: lǝpīnǝ (Sittard), paardsboontjes: pɛ̄šbø̄nkǝs (Sittard) Lupinus luteus L. Een 30 tot 60 cm hoge plant met een uit gele, lipvormige bloempjes bestaande bloempluim, die bloeit van juni tot september, boonvormige vruchtjes draagt en vooral op zandgronden als bemestingsgewas wordt geteeld. [N Q, 4a; N 11A, 29a en 29b; JG 1a, 1b; A 55, 3b; NE 1, 18; R 3, 30; monogr.] I-5
gele narcis morgenster: mörgesjtar (Sittard), paasbloem: idiosyncr.  paosjbloum (Sittard) Gele narcis (narcissus pseudonarcissus). De bijkroon is ongeveer even lang als de bloemdekslippen. Meestal één bloem aan elke bloemstengel, zelden twee. De rand van de bijkroon is regelmatig ingesneden (zie bij de …witte narcis"). [N 92 (1982)] || trompetnarcis III-4-3
gele plomp waterroos: idiosyncr.  waterroos (Sittard) Gele plomp (nuphar luteum). Waterplant; de bladeren zijn eivormig met een hartvormige voet, ze zijn drijvend met lange driekantige stelen; de bloemen hebben talrijke kroonblaadjes en 5 gele kelkbladeren. Bloeitijd in mei tot augustus. Te vinden in plassen [N 92 (1982)] III-4-3
gele voederwortel paardsmoren: pɛ̄šmōrǝ (Sittard) Daucus carota L. In de genoemde vragenlijst is gevraagd naar twee variëteiten naast de algemene benaming winterwortel die in het vorige lemma ter sprake kwam. Hier is alleen opgenomen hetgeen afwijkend is van lemma Winterwortel. Lobbericher naar het Rijnlands dorpje Lobberich. [N Q, 6b; monogr.] I-5
gelezen mis stille mis: sjtil mēs (Sittard) Een gelezen, stille mis [lèèsmis, sjtil mès?]. [N 96B (1989)] III-3-3
gelijken (op) lijken: lieke (Sittard), schijnen: sjiene (Sittard) aan het genoemde doen denken, lijken, schijnen [tonen, lijken] [N 91 (1982)] || in vele opzichten overeenkomen (bijv. uiterlijk) [lijken, gelijken, trekken] [N 91 (1982)] III-4-4
gelijkspel krijt in het lok: kriet in t laok (Sittard), [Sub aanvullingen (no. 2)]  kriet in `t laok (Sittard), Sub kriet.  kriet in `t laok (Sittard) Gelijk spel; bij he t kwajongen ieder 20 punten halen. || Quitte spelen, niet verliezen maar ook niet winnen [zijn zaad hebben, tot zijn zaad zijn, gelijk spelen, gelijk staan]. [N 88 (1982)] || Wordt gezegd bij gelijk spel in t kaojónge (kaartspel). III-3-2
gelijkspelen quitte (fr.): kwit (Sittard) Quitte. III-3-2
geloof geloof: gelouf (Sittard), hae haet zien glouf verloare (Sittard) geloof [SGV (1914)] || Hij heeft zijn geloof verloren. [ZND 23 (1937)] III-3-3
geloofd zij jezus christus geloofd zij jezus christus: geloof zei Jezus Christus (Sittard) De Christelijke groet, uitgesproken op niet-liturgiosche bijeenkomsten ["Geloofd zij Jezus Christus...in alle eeuwigheid. Amen"]. [N 96B (1989)] III-3-3