21326 |
goedkoop |
goedkoop:
gouwe koup (Q020p Sittard)
|
goedkoop [SGV (1914)]
III-3-1
|
22657 |
goedkoopste rang in een schouwburg |
apennootjesrang:
aapeneutjesrang (Q020p Sittard)
|
De goedkoopste rang in een schouwburg [uilekot]. [N 90 (1982)]
III-3-2
|
18954 |
goedzak |
goede hals:
gouwen hals (Q020p Sittard),
goedzak:
goedzak (Q020p Sittard),
labbes:
laabes (Q020p Sittard)
|
een persoon die altijd goed handelt en goed is voor andere mensen [goedzak, godsblok] [N 85 (1981)] || goedaardig mens || goedzak [SGV (1914)]
III-1-4
|
24958 |
golf |
golf:
golf (Q020p Sittard),
gólf (Q020p Sittard)
|
golf, bolle verheffing op de waterspiegel, meestal veroorzaakt door de wind [baar, zwolp] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24959 |
golven ww. |
golven:
gólvə (Q020p Sittard)
|
golven (ww), rijzen en dalen van water [gurzelen] [N 81 (1980)]
III-4-4
|
24538 |
gom |
cachefooi:
ideosyncr.
caasjefooi (Q020p Sittard),
gom:
ideosyncr.
gom (Q020p Sittard),
gomme (Q020p Sittard),
koekenslijm:
kōē’kə‧sjlīēm (Q020p Sittard),
kojefooi:
ideosyncr.
koojefooi (Q020p Sittard),
slechte kwaliteit
koojefooj (Q020p Sittard),
kokkenslijm:
kókkesjliem (Q020p Sittard)
|
De kleverige, doorschijnende vloeistof die uit spleten of insnijdingen in sommige bomen vloeit en in de lucht hard word; deze stof is i.t.t. hars niet oplosbaar in alcohol of ether gom, plek). [N 82 (1981)] || gom van steenvruchtbomen || gomaan steenvruchtbomen
III-4-3
|
20552 |
gombal |
suikergom:
sókkergóm (Q020p Sittard),
tum-tummetje:
tum-tumke (Q020p Sittard)
|
siepke; Hoe noemt U: Een balletje van gesuikerde arabisch gom (siepke) [N 80 (1980)]
III-2-3
|
17903 |
gooien |
flinken:
flenge (Q020p Sittard),
gooien:
eigen spellingsysteem
gooje (Q020p Sittard),
idiosyncr.
ick gooi (Q020p Sittard),
guizen:
gósjde - gegósj (zeldzaam).
gósje (Q020p Sittard),
smijten:
sjmiete (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
eigen spellingsysteem
smiete (Q020p Sittard),
idiosyncr.
hae smit (Q020p Sittard),
sjmeet - gesjmeete.
sjmiete (Q020p Sittard),
werpen:
werpe (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
eigen spellingsysteem
werpe (Q020p Sittard),
Veldeke
werpe (Q020p Sittard),
wórp - gewórpe.
werpe (Q020p Sittard)
|
gooien [goesje] [N 38 (1971)] || gooien; inventarisatie uitdrukkingen; betekenis/uitspraak [N 26 (1964)] || werpen [SGV (1914)]
III-1-2
|
19570 |
gootsteen |
pompensteen:
pómpesjtein (Q020p Sittard),
(deel van de pomp).
pòmpesjtein (Q020p Sittard),
oorspronkelijk stenen bak onder pompmonding
pómpesjtein (Q020p Sittard),
spoelsteen:
sjpuilsjtein (Q020p Sittard)
|
afwasbak [N 07 (1961)] || gootsteen
III-2-1
|
20544 |
gort |
gebroken tarwe:
#NAME?
gebroken terf (Q020p Sittard),
gort:
gort (Q020p Sittard),
griezen:
griezen (Q020p Sittard),
zemelen:
ter bereiding grof brood gemengd in meel
zemelen (Q020p Sittard)
|
gort; Hoe noemt U: Graan dat op de molen verbrijzeld is, grutten (gort, grut, smoel) [N 80 (1980)]
III-2-3
|