27222 |
handlanger |
handlanger:
hantjlaŋǝr (Q020p Sittard),
opperknecht:
ōkǝrknɛx (Q020p Sittard)
|
Helper van de metselaar. Tot de taken van de handlanger behoren onder meer het aandragen van metselstenen en het klaarmaken van de specie. [N 30, 2a; N 30, 2b; N 30, 2c; N 30, 2d; N 30, 40b; N 30, 45a; N 31, 16b; L B 1, 104; monogr.; div.; Vld]
II-9
|
29922 |
handlangeren |
handlangeren:
hantjlaŋǝrǝ (Q020p Sittard),
spijs maken:
špīs mākǝ (Q020p Sittard),
stenen aandragen:
štęjn āndrāgǝ (Q020p Sittard)
|
De metselaar helpen bij zijn werkzaamheden door onder meer metselstenen aan te dragen en mortel klaar te maken. [N 30, 2b; N 30, 2c; monogr.]
II-9
|
17662 |
handpalm |
palm:
palm (Q020p Sittard),
paum (Q020p Sittard)
|
palm van de hand [N 10 (1961)]
III-1-1
|
31440 |
handschaar |
blikscheer:
blē̜kšēr (Q020p Sittard)
|
In het algemeen een handschaar voor het knippen van plaatmateriaal, banden, draad, etc waarmee vooral een rechte snede wordt gemaakt. Zie ook het lemma "handschaar voor boogvormige sneden". Voor zover door de informant opgegeven, wordt achter de betreffende plaatscode met behulp van een letter verwezen naar de verschillende scharen uit afb. 137. [N 33, 244; N 33, 265; N 64, 3a; N 66, 4a; monogr.]
II-11
|
18256 |
handschoen |
haas:
heisj (Q020p Sittard),
heisje (Q020p Sittard),
hejsje (Q020p Sittard),
hesje (Q020p Sittard),
hèisj (Q020p Sittard),
ps. omgespeld volgens Frings.
hɛ̄jsj (Q020p Sittard),
hɛ̄jsje (Q020p Sittard),
mitaine (fr.):
mitaines (Q020p Sittard)
|
handschoen [SGV (1914)] || handschoenen (mv) [SGV (1914)] || handschoenen, met vier vingers en een duim [vingerwante, haase, hejse] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18711 |
handschoen zonder vingers |
haas zonder vingers:
hesje zonger vingers (Q020p Sittard),
mitaine (fr.):
mitaines (Q020p Sittard)
|
wanten of handschoenen die de vingers onbedekt laten [meténtjes] [N 23 (1964)]
III-1-3
|
22879 |
handspel |
hands (eng.):
héns (Q020p Sittard)
|
Hij heeft de bal men de hand aangeraakt, het is ... [DC 49 (1974)]
III-3-2
|
18796 |
handtas |
beugeltas:
beugeltèsj (Q020p Sittard)
|
beugeltas (handtasje)
III-1-3
|
32662 |
handvat aan de ploegstaart |
handvat:
hanjt˲vat (Q020p Sittard)
|
De staart van een voetploeg, een radploeg en de zgn. losse karploeg is voorzien van of eindigt in een handvat, dat de ploeger stevig vasthoudt om te bereiken dat de ploeg de voor goed afsnijdt en niet uit de voor schiet. Aan dat handvat trekt hij de ploeg aan het einde van iedere voor om en houdt hij de (achter)ploeg vast wanneer deze in de sleepstand over de wendakker getrokken wordt. De latere vaste karploegen hebben van achteren ook een handvat. Maar omdat dergelijke ploegen niet echt bestuurd hoeven te worden, is dit handvat vooral dienstig bij het keren en het op nieuw inzetten van de ploeg. [N 11, 31.I.k; N 11A, 84i; JG 1a + 1b; monogr.]
I-1
|
29938 |
handvat van de troffel |
handvat:
hantj˲vat (Q020p Sittard),
hantj˲vāt (Q020p Sittard),
steel:
štēl (Q020p Sittard)
|
Het handvat van de troffel kan in hout of kunststof zijn uitgevoerd. [N 30, 7c; monogr.]
II-9
|