19031 |
lastig kind |
nest:
nès (Q020p Sittard),
portret:
pertrët (Q020p Sittard)
|
een kind met een lastig karakter [nest, bernuizig kind, erg] [N 85 (1981)] || lastig kind of mens
III-1-4
|
19289 |
lastig zijn |
neutelijk zijn:
(is lastig).
hae is neutelik (Q020p Sittard)
|
tot last zijn, kwelling veroorzaken [vervelen, klieren, sarren, tergen, hengelen, kneuten, kneuteren, donderjagen, moesjanken,vernooien, verleden] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
21812 |
lastigvallen |
hinderen:
hinjere (Q020p Sittard)
|
iemand bij zijn werk storen of ophouden [plagen, steken, hinderen] [N 85 (1981)]
III-3-1
|
30234 |
latei |
latei:
latę.j (Q020p Sittard),
steunbalk:
štø̄nbalǝk (Q020p Sittard)
|
Houten, stenen of ijzeren balk die een venster, ingang of andere opening overspant en tevens het bovenliggende muurwerk draagt. De lateibalk wordt vaak in het muurwerk verwerkt zodat hij niet in het zicht komt. d.i.n. in het woordtype 'd.i.n.-balk' is een afkorting van ø̄deutsche Industrienormø̄. [N 55, 74; N 32, 15a; N 32, 15b; monogr.]
II-9
|
17814 |
laten |
laten:
loate (Q020p Sittard)
|
laten [SGV (1914)]
III-1-2
|
25735 |
laten trekken |
versokkeren:
vǝrsǫkǝrǝ (Q020p Sittard)
|
Het beslag goed laten trekken zodat de versuikering plaatsvindt en de eiwitten omgezet worden. Het werkwoord "laten" werd door de meeste respondenten niet vermeld. [N 35, 38]
II-2
|
23752 |
laten wijden |
inzengenen:
inzèngenen (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
laten wijden:
wieje loate (Q020p Sittard),
laten zengenen:
zèngene loate (Q020p Sittard)
|
Een huis of gebouw laten (in)wijden/(in)zegenen. [N 96B (1989)] || Een kruisbeeld, een heiligenbeeld(je), een kaars laten wijden/zegenen. [N 96B (1989)] || Een rozenkrans, een scapulier, een medaille, een kruisje laten wijden/zegenen door een priester. [N 96B (1989)] || Een voertuig (auto/wagen) laten wijden/zegenen, op of rond het feest van St. Christoffel (25 juni). [N 96B (1989)]
III-3-3
|
33384 |
latierboom |
box (e.):
bōks (Q020p Sittard)
|
Een horizontale balk die twee paarden van elkaar scheidt, meestal hangend aan kettingen, ook wel vast verbonden. In plaats van een hangende balk kan er ook een eenvoudige en niet al te hoge tussenwand zijn. Met een box is een afgeschutte ruimte voor één paard bedoeld; de tussenwand maakt dan deel uit van de box. [N 5A, 59d; monogr.]
I-6
|
32067 |
latnagel |
latnagel:
latnā.gǝl (Q020p Sittard)
|
Draadnagel, die wordt gebruikt om latten, zoals die bijvoorbeeld bij het timmeren van een gebint worden gebruikt, vast te zetten. Volgens de respondent uit Mechelen (Q 204a) hadden latnagels nummer 27/11; ze waren dan dus 2.25 duim (± 5.5 cm) lang. [N 54, 16b; monogr.]
II-12
|
20869 |
laurier |
laurierblad:
lər‧eͅi̯ərblā.t (Q020p Sittard),
lər‧eͅi̯ərblāt (Q020p Sittard)
|
laurier || laurierblad
III-2-3
|