e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
nawort aftreksel: āftręksǝl (Sittard) De vloeistof die de tweede keer uit het beslag gewonnen wordt. [N 35, 47; N 35, 40] II-2
neef neef: nae:f (Sittard), naef (Sittard, ... ), vetter (du.): fetter (Sittard, ... ) aangehuwde neef || neef || neef, zoon van oom of tante III-2-2
neerslaan afleggen: āflɛqǝ (Sittard) De gevulde kleivormen met behulp van de klapstoel op steenplankjes omkeren. Bij alle opgaven hoort stenen, brikken, etc. als object. [monogr.; N 98, 85 add.; N 98, 86 add.] II-8
neerslager aflegger: ā.flɛqǝr (Sittard) Arbeider die de gevulde vormbakken omkeerde op de droogplaats. [N 98, 97; monogr.] II-8
neet, luizenei neet: neet (Sittard), nēēt (Sittard), eigen spellingsysteem  neet (Sittard), idiosyncr.  neet (Sittard), Veldeke  neet (Sittard) neet [SGV (1914)] || neet, luizenei [N 26 (1964)] III-4-2
negenoog negenoog: neugenaug (Sittard), neugenoug (Sittard) Bloedzweer: pijnlijke, rode, meestal in de nek of oksel optredende huidontsteking (kwader, negenoog). [N 84 (1981)] || negenoog, bloedzweer [SGV (1914)] III-1-2
nek nek: nak (Sittard) nek [DC 01 (1931)] III-1-1
nemen, pakken pakken: pakke (Sittard, ... ) nemen [SGV (1914)] || pakken [SGV (1914)] III-1-2
nerf van de weide grasris: (mv)  grā.srešǝ (Sittard), ris: reš (Sittard) Begroeide bovenlaag van wei- of hooiland; grasmat, graslaag. Zie ook de lemma''s ''nerf van de akker'' en ''groes'', ''met gras begroeide grond'' in de aflevering over de Landerijen. Zie voor de fonetische documentatie van het woord(deel) ''gras'' het lemma ''gras''. [N 14, 51; N 18, 12 add.; monogr.] I-3
nerf van een blad nerf: nerf (Sittard), ideosyncr.  nerf (Sittard, ... ) De aders van een blad die als ribben zichtbaar zijn en uitgaan van de steel (nerf, rib). [N 82 (1981)] III-4-3