e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
schijf braadspek braai: braoj (Sittard), @ Bräöke sjpk is neit teväöl veur te gaon van hie bës Gäöl: prestatie en voeding moeten met elkaar overeenstemmen  brao (Sittard), braai spek: braò sjpek (Sittard), gebakken spek: gebakken schpek (Sittard), spekbraai: sjpekbrao (Sittard), špɛk˂brōͅ (Sittard) braadstuk van spek, ham etc. || plak of stuk gebraden spek || Stuk gebraden spek (spekbraoj, braoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
schikken (wbd) schipperen: sjippere (Sittard) met elkaar tot overeenstemming komen bij een erfenis [schevelen, belen] [N 89 (1982)] III-3-1
schil van een vrucht schil: sjil (Sittard), sjèl (Sittard), ideosyncr.  sjel (Sittard), sjèl (Sittard) De zachte huid van een vrucht (schil, schel, pel). [N 82 (1981)] || schil [SGV (1914)] I-7
schilder schilder: šeldǝr (Sittard) Iemand die van schilderen zijn beroep maakt. Bij het 'technisch schilderen', het bedekken van oppervlakten met verf ter conservering en kleurgeving, onderscheidt men de huis-, decoratie- en rijtuigschilder. In L 210 plaatste de huisschilder bij de bouw van een nieuw huis ook de ruiten. [Wi 51; L 44, 21b; N 67, 98a; monogr.] II-9
schilderen, verven verven: vɛrvǝ (Sittard) Het oppervlak van voorwerpen ter conservering en kleurgeving bedekken met verf. [S 39; N 67, 64a; monogr.] II-9
schilderij schild: sjiltj (Sittard, ... ), schilderij: ein sjoon sjilderie (Sittard), sjilderie (Sittard, ... ), Karte 38.  schilderij (Sittard) 1. Schilderij. || Gemälde. || schilderij [SGV (1914)] || Schilderij. || schoone [een ~ schilderij] [SGV (1914)] III-2-1, III-3-2
schilfer schilfer: sjilfer (Sittard) een dun, afgebroken of loslatend blaadje van een harde of droge stof, bijv. gezegd van kalk of roest [bluster, vel, schilver] [N 91 (1982)] III-4-4
schilmes, aardappelmesje aardappelsmesje: ēͅrpəlsmɛtskə (Sittard) aardappelmesje III-2-1
schilmesje, aardappelmesje aardappelenmetsje: aerpelmetske (Sittard), aardappelmetsje: eerdeppelmetske (Sittard), aardappelsmetsje: aerpelsmetske (Sittard), éérpelsmétske (Sittard) mes waarmee aardappelen worden geschild [N 20 (zj)] III-2-1
schimmel schimmel: šømǝl (Sittard) Paard met een geheel of overheersend witte of grijsachtige vacht. Naarmate de leeftijd vordert, neemt het wit toe; schimmels worden niet geboren, ze ontstaan mettertijd. De vosschimmel is wit met rode of bruinachtige vlekken. [JG 1a, 1b; N 8, 63a en 63b; S 31] I-9