33615 |
tuinman, boomkweker |
boomkweker:
JK Begrip te splitsen? veel samenstellingen met boom- uit RND zijn geconstrueerd; de andere hebben de ruimere betekenis van tuinman.
boͅu̯mkwekər (Q020p Sittard)
|
[RND 08]
I-7
|
33596 |
tuinmelde |
melde:
ideosyncr.
melde (Q020p Sittard)
|
Tuinmelde; (attriplex hortensis) een eenjarig kruid met hartvormige onderste en langwerpige middelste bladeren; vroeger als groente en specerij gebruikt (malum, manne, mel). [N 82 (1981)]
I-7
|
30188 |
tuinmuur |
lemen wand:
lęjmǝ wantj (Q020p Sittard),
rijmuur:
rījmūr (Q020p Sittard)
|
Uit horizontale en verticale balken samengestelde wand die is opgevuld met vlechtwerk en vervolgens is afgesmeerd met leemspecie. In plaats van vlechtwerk kunnen ook bakstenen worden gebruikt. [S 42; N 4A, 53f; N F, 56b; N 31, 45a; monogr.; N 4A, 52f; N 4A, 52d]
II-9
|
19512 |
tuit |
tuit:
tuit (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
tuitel:
teūtel (Q020p Sittard),
täötel (Q020p Sittard),
töötel (Q020p Sittard),
tø͂ͅtəl (Q020p Sittard)
|
tuit aan kan, emmer, enz. || tuit van de waterketel van koper of ijzer en met hengsel en tuit [N 20 (zj)] || tuit van koffiekan e.d.
III-2-1
|
20746 |
tulband |
cake:
kaek (Q020p Sittard),
sultan:
sultan (Q020p Sittard),
tulband:
tulbandj (Q020p Sittard),
turkse muts:
turkse mutsj (Q020p Sittard),
turkse mötsj (Q020p Sittard),
Turkse mötsj (Q020p Sittard)
|
tulband || Tulband (redong, bont, bontekoek, turkse muts, sultan?) [N 16 (1962)]
III-2-3
|
20116 |
turfmolm |
bomerd:
boamerd (Q020p Sittard),
boomaarde:
bǫwmē̜rt (Q020p Sittard)
|
[SGV (1914)]Afval van turf, losse rommel, boomaarde. In dit lemma zijn de opgaven van de enquête S samengevoegd met de opgaven van de enquêtevraag I, 32. Men moet wel beseffen dat hierdoor verschillende soorten molm aangeduid kunnen worden. Maar in beide enquêtes werd duidelijk gevraagd naar de "turfmolm"; vandaar dat beide vragen hier verwerkt zijn. [I, 32; S 24]
I-7, II-4
|
34204 |
tussenklauwontsteking |
slak:
slɛk (Q020p Sittard)
|
Door het binnendringen van scherpe voorwerpen zoals spijkers, stenen of strohalmen tussen de klauwen van een koe kunnen kleine wondjes ontstaan. Door infectie kan een pijnlijke zwelling ontstaan, waardoor de klauwen van elkaar kunnen worden gewrongen. Tussenklauwontsteking is vaak een naziekte van mond- en klauwzeer. Zie ook het lemma ''tussenklauwontsteking'' in wbd I.3, blz. 482-483. [N 3A, 81; N 52, 10; A 48A, 14]
I-11
|
21491 |
tussenpersoon |
okerknecht?:
ookerknèch (Q020p Sittard)
|
een tussenpersoon in de handel (van producent naar winkelier) [makkeljon] [N 89 (1982)]
III-3-1
|
32958 |
tweede klaveroogst |
tweede snid:
twēdǝ šnē.t (Q020p Sittard)
|
In verband met de benamingen voor nagras is de informanten ook gevraagd of ze een specifiek woord kenden voor de tweede klaveroogst; hier zijn alleen de opgaven opgenomen die afweken van die voor ''nagras''. [N 14, 128c]
I-3
|
21648 |
tweede verkoping |
mijnen:
Opm. man dae aafsjleit is de miener.
wurd gemiend (Q020p Sittard),
na het bedenk:
ps. letterlijk overgenomen (dus niet omgespeld!).
nāō ’t bedēnk (Q020p Sittard)
|
de tweede verkoping i.v.m. een openbare verkoping van onroerende goederen, waarbij wordt afgemijnd [de toeslag?] [N 21 (1963)]
III-3-1
|