20474 |
van hoge afkomst |
van hoge afkomst:
van hoog aafkoms (Q020p Sittard)
|
van hoge afkomst; hij is - - - [ZND 19 (1936)]
III-2-2
|
19236 |
van katoen geven |
draad geven:
draod gaeve (Q020p Sittard)
|
alle kracht inspannen om iets op tijd klaar te hebben [lament geven, buzze geven, kemp geven, draad geven, kletsoor geven] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
33221 |
van uitlopers ontdoen |
(scheuten) afdoen:
āfdōn (Q020p Sittard),
pemen:
pęi̯mǝ (Q020p Sittard)
|
Zoals in het vorige lemma is opgemerkt beginnen soms de aardappelen die in een kelder of kuil bewaard worden te schieten. Hier staan de benamingen voor het verwijderen van dergelijke uitlopers bijeen. Indien niet anders aangegeven is het object steeds "aardappelen". Voor de documentatie van scheuten, zie lemma Scheut, resp. Uitlopers Van Kuilaardappelen [N M, 17b; monogr.]
I-5
|
34489 |
van veren wisselen |
aan de ruizel (zijn):
ān dǝ rȳzǝl (Q020p Sittard),
ruizelen:
rȳzǝlǝ (Q020p Sittard)
|
[N 19, 51; L 6, 20; L 42, 5; L 48, 10; A 26, 8; Lu 2, 10; Lu 4, 8; S 30; JG 1a, 1b, 2a-2, 12, 2c; monogr.]
I-12
|
22355 |
van zijn plaats rollen |
uitdraaien:
oetgedreed (Q020p Sittard)
|
Van zijn plaats rollen, gezegd van een tol die uitgedraaid is [binnen, birzen, bizzen, brienen]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
17824 |
vangen |
vangen:
vange (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
vangen [DC 02 (1932)]
III-1-2
|
22352 |
vanger bij krijgertje spelen |
gevangenbewaarder:
gevangebewaarder (Q020p Sittard)
|
De persoon die vangt bij het krijgertje spelen [pakker, seseur]. [N 88 (1982)]
III-3-2
|
34088 |
vangplooi |
vlim:
vlɛi̯m (Q020p Sittard)
|
Huidplooi tussen lies en uier. [N 3A, 115]
I-11
|
18808 |
vanzelfsprekend |
natuurlijk:
natuurlik (Q020p Sittard)
|
vanzelfsprekend, natuurlijk [ralik] [N 85 (1981)]
III-1-4
|
24518 |
varen (alg.) |
hanenkam:
idiosyncr.
hanekamp (Q020p Sittard),
varen:
vaare (Q020p Sittard),
idiosyncr.
vare (Q020p Sittard)
|
varen || Varen, een exemplaar van de klasse van overblijvende sporendragende planten (varen, varink, portemonnaie, paddevaal, vaar, foezjéér, vlaander, hanekam) [N 92 (1982)]
III-4-3
|