18911 |
voorzichtig |
voorzichtig:
verzichtig (Q020p Sittard),
veurzichtich (Q020p Sittard)
|
rekening houdend met wat er zou kunnen gebeuren, zorg dragend dat er niets verkeerd gaat [listig, roekelijk, voorzichtig] [N 85 (1981)] || voorzichtig
III-1-4
|
33571 |
voos, van een vrucht |
doof:
douf (Q020p Sittard)
|
voos, zonder pit of kern
I-7
|
19712 |
vork |
fourchette:
fersjét (Q020p Sittard),
fəršeͅt (Q020p Sittard),
verschèt (Q020p Sittard),
versjét (Q020p Sittard),
tafelvork Fr. fourchette
versjët (Q020p Sittard)
|
vork || vork (bij het eten gebruikt) [ZND 16 (1934)] || vork om mee te eten [Roukens 03 (1937)]
III-2-1
|
19573 |
vorkenblok |
fourchettenlaatje:
fourjshētte laeke (Q020p Sittard),
la:
la (Q020p Sittard)
|
blok waarin vorken worden bewaard [N 20 (zj)]
III-2-1
|
29670 |
vormbak |
eenbaksvorm:
ęjnbaks˲vǫrǝm (Q020p Sittard),
tweebaksvorm:
twę ̞jǝbaks˲vǫrǝm (Q020p Sittard),
vorm:
vo(rǝ)m (Q020p Sittard)
|
Houten, soms met ijzer beslagen bak waarmee stenen worden gevormd. De vormbak kon wel of niet voorzien zijn van een bodem. De lange zijden van de bak waren doorgaans naar buiten verlengd om als handgrepen te dienen. Zoɛn handvat werd in Q 121 een griff (jref) genoemd. Volgens Persoons (pag. 40/41) was de enkelvorm meestal in ijzer uitgevoerd en had hij een losse, niet uitneembare bodem die voorzien was van gaten. De dubbelvorm was een rechthoekig houten raampje zonder bodem, dat door een schot in twee gelijke vakjes verdeeld was en met dun plaatijzer beslagen werd. Zie afb. 18 en 19.' [N 98, 74; monogr.]
II-8
|
29694 |
vormbakpers |
pres:
prę ̞s (Q020p Sittard)
|
Steenpers waarbij de bereide klei door een persblok in vormbakken wordt geperst. Doorgaans werd in het onderzoeksterrein gebruik gemaakt van een vormbakpers die werd ontworpen door Johannes Aberson te Olst, de zgn. Abersonpers. Zie ook afb. 22. De vormbakpers werd aanvankelijk aangedreven door een paard, later door een stoommachine. Hierdoor werd de hoofdas in beweging gezet. De klei viel van de transportband in een trechtervormige maalketel, waarin de kleimassa fijngemalen werd. Vervolgens werd de brei in de richting van roosters gedreven, waarvan het aantal overeenkwam met de hoeveelheid stenen die in een vormbak tegelijk kon worden gevormd. De onderschuiver schoof de vormen onder de pers. Gelijktijdig duwde een glijstoeltje zowel een lege vorm onder de roosters als de door het persblok gevulde vorm onder de pers uit. Met het afstrijkmes streek de afstrijker de overtollige klei van de vorm af, later werd dit werk ook wel automatisch gedaan. De vormbakpers werd doorgaans gebruikt bij zeer natte klei, in tegenstelling tot de strengpers die vrij droge klei als grondstof verwerkte - Geuskens, pag. 76. [N 98, 92; monogr.]
II-8
|
24031 |
vormen |
vormen:
vormǝ (Q020p Sittard)
|
Met behulp van de vormbak stenen vervaardigen. De vormer drukte de bol klei daartoe in de vorm en streek de overtollige klei af met de handen of met behulp van een houten plankje, een afstrijkboog of een mes. De gevulde vorm werd vervolgens door een afdrager naar het droogveld gebracht. Afhankelijk van de hoedanigheid van de klei die verwerkt werd, koos men bij magere klei voor de zandvorm-methode en bij de stijvere of vettere klei voor de watervorm-methode. In het eerste geval gooide de vormer de kleibol in een bezand vormbakje met bodem. In de tweede situatie gebruikte hij een bodemloze vorm, die voor het gebruik geheel in water werd gedompeld (Geuskens, pag. 60). [monogr.; N 98, 76 add.]
II-8
|
29709 |
vormen schoon krabben |
vormen schoonmaken:
vorǝmǝ š̄uǝnmā.kǝ (Q020p Sittard)
|
De achtergebleven stukjes klei, vooral in de hoeken van de vormen, verwijderen. [monogr.]
II-8
|
29671 |
vormtafel |
dis:
døš (Q020p Sittard)
|
De tafel waarop de klei in de vormbak wordt gedrukt. [N 98, 73; monogr.]
II-8
|
25202 |
vorst, het vriezen |
gevreur:
gevreur (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard)
|
vorst (vriezend weer) [SGV (1914)] || vorst, het vriezen [gevreur] [N 22 (1963)]
III-4-4
|