e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Sittard

Overzicht

Gevonden: 6601
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
borstspeld broche (fr.): brosj (Sittard, ... ), knipspang: knipsjpang (Sittard), spang: sjpang (Sittard) broche || speld waarmee de slippen van de grote omslagdoek voor de borst bijeen worden gehouden [N 25 (1964)] || veiligheidsspeld III-1-3
borststuk van een schort boezem: boozem (Sittard), bozem (Sittard), frontje: fruntje (Sittard) borststuk aan een boezelaar of schort || borststuk, bovenste deel, ~ van een schort [boezem] [N 24 (1964)] III-1-3
borsttuig borsthaam: broshām (Sittard), plathaam: plathām (Sittard) Trektuig bestaande uit een stel leren riemen, dat wel eens gebruikt wordt in plaats van een haam, als het paard aan de schouders gedrukt is (zie WLD I, afl. 9, p. 111). In een vrij groot aantal opgaven verwijst de benaming voor een deel van het borsttuig naar het geheel, bv. het woordtype borstriem. Het omgekeerde, waarbij de term voor het geheel gebruikt wordt ter aanduiding van een onderdeel ervan, komt minder vaak voor (zie lemma Borstriem). [JG 1b, 1c, 1d, 2c; N 13, 51] I-10
borstvliesontsteking fleuris: fleuris (Sittard) Pleuris: ontsteking van het borstvlies dat om de longen zit en de binnenkant van de borstkas bekleedt; pleuritis (pleuris, fleuris, floris). [N 84 (1981)] III-1-2
borstzak(je) borsttasje: borstesjke (Sittard) pochetzakje, borstzak [N 23 (1964)] III-1-3
bos bos: boš (Sittard), buš (Sittard) Een met opgaande bomen beplante uitgestrektheid grond hetzij in natuurstaat of aangelegd. [N 27, 4a; RND 82; L 1a-m; L 22, 7; Vld.; monogr.] I-8
bos groente bussel: bussəl (Sittard), ideosyncr.  bössel (Sittard, ... ) Een bundel samengebonden groenten zoals asperges, prei, etc. (bussel, bos). [N 82 (1981)] I-7
bosanemoon anemoon: ranunculaceae, soortnaam  annemoon (Sittard), windbloem: idiosyncr. omdat de blaadjes vlug af-vallen  wéntjbloum (Sittard) anemoon || Bosanemoon (anemone nemorosa). Een 5 tot 25 cm hoge plant met lange kruipende wortelstok; de gewone bladeren zijn handvormig gedeeld, langgesteeld, aan de stengel 3 handvormig samengestelde, langgesteelde omwindselbladeren in een krans; de bloemen groeien [N 92 (1982)] III-4-3
bosbessenvlaai arbelenvla: òrbelevlaa (Sittard), malberenvla: malberevla (Sittard), morbelenvlaai: (moerbeien zwarte.  mòrbelevla (Sittard), orbeltenvlaai: orbeltevla (Sittard), órbeltevlaa (Sittard) bosbessenvla || Vla met vulling van bosbessen (mollebeerevlaoj?) [N 16 (1962)] III-2-3
bosje haar dat tussen de oren naar voren hangt bles: blęs (Sittard), struif: štruf (Sittard) Bosje haar dat van tussen de oren over de kol of het voorhoofd tot over de ogen neerhangt. Zie ook het volgende lemma met bles in de betekenis van een lange, witte streep over de paardekop tot halverwege de neus. Zie afbeelding 2.2. [JG 1a, 1b; N 8, 26; S 27] I-9