17804 |
brengen |
brengen:
brènge (Q020p Sittard)
|
brengen [SGV (1914)]
III-1-2
|
18392 |
bretel |
help:
help (Q020p Sittard),
helpe (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard,
Q020p Sittard)
|
bretel || bretels, stel schouderbanden om de broek op te houden [N 23 (1964)]
III-1-3
|
18099 |
breuk |
breuk:
breuk (Q020p Sittard),
brēūk (Q020p Sittard)
|
breuk [SGV (1914)] || hij heeft een breuk (in de buik; Fr. hernie) [ZND 22 (1936)]
III-1-2
|
33752 |
breukhengst |
gebroken hengst:
gǝbrōkǝ hęŋs (Q020p Sittard)
|
Een hengst waarbij door het castreren een darmuitstulping optreedt. [N 8, 61c]
I-9
|
23316 |
brevier |
brevier (<lat.):
breveir (Q020p Sittard)
|
brevier [SGV (1914)]
III-3-3
|
21250 |
brief |
brief:
bre.f (Q020p Sittard),
breif (Q020p Sittard)
|
brief [RND], [SGV (1914)]
III-3-1
|
21205 |
briefkaart |
briefkaart:
breifkaart (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard)
|
briefkaart || de kaart waarop men tegen lager tarief dan voor brieven correspondentie kan voeren [briefkaart, brievenkaart, postkaart, kaartbrief] [N 90 (1982)]
III-3-1
|
33840 |
briesen |
bruisen:
brūsǝ (Q020p Sittard),
snuiven:
šnūvǝ (Q020p Sittard),
spruisen:
šprusǝ (Q020p Sittard)
|
Proestend, snuivend of blazend geluid met neus en lippen maken. [JG 1a, 1b; L 1, a-m; L 22, 21; N 8, 66 en 67; S 5]
I-9
|
19419 |
briket |
briket:
brekët (Q020p Sittard),
(bruinkool)
brikette (Q020p Sittard),
eierkolen:
‧eͅi̯ərkōͅlə (Q020p Sittard)
|
(Langwerpig) stuk brandstof, geperst uit steenkool- of bruinkoolgruis, fijngemaakte turf of houtskool met water en leem vermengd (briket, kluit, slof) [N 79 (1979)] || briket || eierbriketten
III-2-1
|
34600 |
bril |
bred:
brɛ̄t (Q020p Sittard)
|
Verzwaard, dwars sluithout waardoor de vregelpaal gestoken werd. De vregelpaal is een boom die overlangs in de bak van de hoogkar ligt en die, samen met de vregelstok en het bindtouw, gebruikt wordt om het hooi vast te zetten (voor meer uitleg zie WLD I.3, onder de lemmata touw om het hooi vast te sjorren, vregelpaal en vregelstok). Zoals op de kaart duidelijk blijkt, is dit systeem vooral in gebruik in de streken met de meest vruchtbare grond, m.n. in het Maasland en in het zuidoosten van Haspengouw. [N 17, 14b; JG 1b; JG 2c]
I-13
|