25660 |
brouwerswagen |
bierwagen:
bęjǝrwāgǝ (Q020p Sittard)
|
Lange, smalle wagen waarop biervaten vervoerd worden. [monogr.]
II-2
|
25711 |
brouwhuis |
brouwhuis:
bruwhūs (Q020p Sittard)
|
De plaats waar de ketels en kuipen staan opgesteld. Zie ook de semantische toelichting bij het lemma ''brouwerij''. [N 35, 51; L 22, 27b; monogr.]
II-2
|
25709 |
brouwmeester |
brouwmeester:
brumęjstǝr (Q020p Sittard)
|
De leidinggevende persoon die belast is met de voornaamste werkzaamheden in het brouwhuis zoals beslaan, aftrekken en klaren, koken en wort koelen. Uit de opgaven blijkt dat in de meeste kleine brouwerijen de brouwmeester alle hierboven genoemde werkzaamheden zelf deed, soms bijgestaan door een of meer helpers. Daarom zijn de antwoorden op de vragen N 35, 58a/b/ c/d in dit lemma samengevoegd. Alleen de brouwerij in L 362 kent voor ieder van de werkzaamheden een specifieke arbeider terwijl men in L 294, P 120 en Q 95 voor het koelen van de wort een aparte koeler in dienst heeft. In L 325 was de brouwersknecht verantwoordelijk voor het klaren en aftrekken. [N 35, 58a; N 35, 58b; N 35, 58c; N 35, 58d]
II-2
|
21169 |
brug |
brits:
bretš (Q020p Sittard),
brug:
brök (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard),
brək (Q020p Sittard)
|
brug [RND], [SGV (1914)] || Constructie van schragen en planken, dienend als aan- en afrit voor de kruiers bij het leeghalen van de veldoven. [monogr.; N 98, 125 add.] || een houten brug [ZND 22 (1936)]
II-8, III-3-1
|
29689 |
brugman |
modderman:
modǝrman (Q020p Sittard)
|
Arbeider die de klei in de voormaler deponeerde [monogr.]
II-8
|
20386 |
bruid |
bruid:
broet (Q020p Sittard),
brōēd (Q020p Sittard),
ein broed bie d⁄n trouw (Q020p Sittard),
1a-m; 22, 29a;
broet (Q020p Sittard)
|
bruid [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)] || Bruidje in de processie. [N 07 (1961)]
III-2-2, III-3-3
|
20387 |
bruidegom |
bruidegom:
broedegóm (Q020p Sittard),
brōēdegūm (Q020p Sittard),
1a-m; 22, 29a;
broedegom (Q020p Sittard)
|
bruidegom [SGV (1914)], [ZND 01 (1922)]
III-2-2
|
23221 |
bruidje in de processie |
bruidje:
bruudje (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
bruudjes (Q020p Sittard),
brūū‧tje (Q020p Sittard),
een bruu:dje (Q020p Sittard),
ei bruudje (Q020p Sittard, ...
Q020p Sittard,
Q020p Sittard),
ei bruudje in de persessie (Q020p Sittard),
ein bruudje (Q020p Sittard),
en bruu‧tje (Q020p Sittard)
|
Bruidje in de processie. [N 07 (1961)] || Hoe heten de kleine meisjes die in de processie gaan? [ZND 22 (1936)]
III-3-3
|
20370 |
bruidsjonker |
bruidsknecht:
broetsknéch (Q020p Sittard)
|
bruidsjonker
III-2-2
|
20371 |
bruidsmeisje |
bruidsmeid:
broetsmaat (Q020p Sittard)
|
bruidsjuffer
III-2-2
|