24472 |
boom (alg.) |
boom:
bom (Q206p Slenaken)
|
boom [RND]
III-4-3
|
19600 |
bord |
telder:
telder (Q206p Slenaken)
|
bord [Roukens 03 (1937)]
III-2-1
|
34258 |
boter |
botter:
botǝr (Q206p Slenaken)
|
Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I]
I-11
|
33644 |
bouwland |
veld:
vē̜.lt (Q206p Slenaken),
vɛlt (Q206p Slenaken)
|
Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.]
I-8
|
24501 |
braambes |
bramelen:
broͅmələ (Q206p Slenaken)
|
braam(bessen) [RND]
III-4-3
|
33295 |
braambessen |
bramelen:
brōmǝlǝ (Q206p Slenaken)
|
Als aanvulling op de vraag die in het lemma Braam is behandeld werd ook geïnformeerd naar de benamingen van de vrucht van de braamstruik. [JG 1b gedeeltelijk, 1c, 2c]
I-5
|
21250 |
brief |
brief:
bre.f (Q206p Slenaken)
|
brief [RND]
III-3-1
|
20335 |
broer |
broeder:
broear (Q206p Slenaken)
|
broer [DC 03 (1934)]
III-2-2
|
20769 |
brood |
brood:
broad (Q206p Slenaken),
brôêt (Q206p Slenaken)
|
brood [DC 03 (1934)], [RND]
III-2-3
|
25658 |
brouwer |
brouwer:
bryjǝr (Q206p Slenaken)
|
De persoon die bier brouwt. In dit lemma is alle materiaal opgenomen dat betrekking heeft op brouwer in de algemene betekenis van "de persoon die bier brouwt." In het lemma ''brouwmeester'' daarentegen zijn alle opgaven bijeen geplaatst die als antwoord werden gegeven op de vragen N 57, 58a/b/c/d: "Hoe noemt u de persoon of personen, belast met a. beslag maken, b. filteren, c. koken, d. afkoelen." [S 5; RND 112; L 1a-m; L 1u, 26; monogr.]
II-2
|