e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
aaks aaks: áks (Smakt), bijl: bil (Smakt) Zware bijl met lange steel die wordt gebruikt om bomen te vellen. [N 50, 10b; N 75, 114d; L 32, 46; monogr.] II-12
aalbes, struik miemerenstruik: miemerestroek (Smakt) bessenstruik I-7
aanbranden aanbranden: van bijvoorbeeld vlees  ánbrânde (Smakt) aanbranden III-2-3
aangetrouwd aangetrouwd: ángetrowd (Smakt) aangetrouwd; door trouwen aan familie (etc.) verwant III-2-2
aanhitsen aanhissen: ánhisse (Smakt, ... ), hissen: hisse (Smakt, ... ) ophitsen ve hond III-2-1
aanrecht aanrecht: ennen ánrecht bestöt uut \'n ánrechtblad, ennen ánrechtstieën en ennen ánrechtkâst  ánraech(t) (Smakt) aanrecht III-2-1
aanstaan bevallen: bevalle (Smakt) bevallen, naar de zin zijn III-1-4
aanstieren aanstieren: ánstīrǝ (Smakt) Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.] I-11
aanvangen, beginnen aanvangen: ánvánge (Smakt), beginnen: beginne (Smakt) aanvangen, beginnen || beginnen III-1-4
aar aar: ǭr (Smakt) Het bovenste deel van de halm van sommige graangewassen waarin zich de korrels bevinden. Ook als pars pro toto gebruikt voor de gehele halm, vergelijk de uitdrukking: "aren lezen". De varianten die met een d- beginnen hebben een aangehecht lidwoord. Zie afbeelding 2, e. [JG 1a, 1b; Wi 14; monogr.; add. uit L 25, 15] I-4