31697 |
aaks |
aaks:
áks (L212a Smakt),
bijl:
bil (L212a Smakt)
|
Zware bijl met lange steel die wordt gebruikt om bomen te vellen. [N 50, 10b; N 75, 114d; L 32, 46; monogr.]
II-12
|
33480 |
aalbes, struik |
miemerenstruik:
miemerestroek (L212a Smakt)
|
bessenstruik
I-7
|
20794 |
aanbranden |
aanbranden:
van bijvoorbeeld vlees
ánbrânde (L212a Smakt)
|
aanbranden
III-2-3
|
20350 |
aangetrouwd |
aangetrouwd:
ángetrowd (L212a Smakt)
|
aangetrouwd; door trouwen aan familie (etc.) verwant
III-2-2
|
19975 |
aanhitsen |
aanhissen:
ánhisse (L212a Smakt, ...
L212a Smakt),
hissen:
hisse (L212a Smakt, ...
L212a Smakt)
|
ophitsen ve hond
III-2-1
|
19672 |
aanrecht |
aanrecht:
ennen ánrecht bestöt uut \'n ánrechtblad, ennen ánrechtstieën en ennen ánrechtkâst
ánraech(t) (L212a Smakt)
|
aanrecht
III-2-1
|
18887 |
aanstaan |
bevallen:
bevalle (L212a Smakt)
|
bevallen, naar de zin zijn
III-1-4
|
34148 |
aanstieren |
aanstieren:
ánstīrǝ (L212a Smakt)
|
Een jonge koe voor het eerst laten paren. [N 3A, 30b; monogr.]
I-11
|
19223 |
aanvangen, beginnen |
aanvangen:
ánvánge (L212a Smakt),
beginnen:
beginne (L212a Smakt)
|
aanvangen, beginnen || beginnen
III-1-4
|
32992 |
aar |
aar:
ǭr (L212a Smakt)
|
Het bovenste deel van de halm van sommige graangewassen waarin zich de korrels bevinden. Ook als pars pro toto gebruikt voor de gehele halm, vergelijk de uitdrukking: "aren lezen". De varianten die met een d- beginnen hebben een aangehecht lidwoord. Zie afbeelding 2, e. [JG 1a, 1b; Wi 14; monogr.; add. uit L 25, 15]
I-4
|