e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
rammenas snijdersspek: sneejersspek (Smakt) rammenas I-7
ransuil ransuil: rânsuul (Smakt) ransuil III-4-1
ranzig garst: gārst (Smakt), garstig: gārstex (Smakt), rans: râns (Smakt), ranzig: rânzeg (Smakt) ranzig || sterk ruikend, sterk smakend van olie, vet, boter III-2-3
rasp raspel: Râsp dat aend haolt mit \'n râspel \'n bitje mieër vlák  râspel (Smakt), rijf: riēf (Smakt), rijfje: riēfke (Smakt) keukenrasp || rasp || vlakke of holle keukenrasp III-2-1
raspen raspelen: râspele (Smakt), raspen: met het doel "ri‰fko‰k"te bakken of aardappelmeel te winnen  aerpelriēve (Smakt), rijven: riēve (Smakt, ... ), met het doel \"ri‰fko‰k\"te bakken of aardappelmeel te winnen  riēve (Smakt) aardappelen raspen || raspen III-2-1, III-2-3
raspen, grof vijlen raspelen: rãspǝlǝ (Smakt) Een stuk hout met een houtrasp of een grove houtvijl een eerste, ruwe bewerking geven. [N 53, 158a; monogr.] II-12
rat rat: rat (Smakt) rat III-4-2
rauw rauw: raow (Smakt) rauw, niet gekookt/gebraden III-2-3
razen en tieren razen: raoze (Smakt), sakkeren: sákkere (Smakt) razen, tieren || vloeken, tieren, te keer gaan III-1-4
rechtop rechtop: raechtòp (Smakt), raechòp (Smakt) rechtop III-4-4