e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boodschappenmand kalbas: kalǝbas (Smakt) Hengselmand waarmee de boodschappen worden gedaan. [N 20, 50; N 40, 111; N 40, 113; N 40, add.; monogr.] II-12
boom (alg.) boom: boeëm (Smakt) boom III-4-3
boomgaard bogaard: bòggerd (Smakt) boomgaard I-7
boomklever boomplakker: sitta europaea  boeëmplekker (Smakt) boomklever III-4-1
boomstam boomstam: buǝmstám (Smakt) De stam, ontdaan van kruin, takken en worteleind. [N 50, 13; monogr.] II-12
boomstronk stob: stoeb (Smakt) stronk ve boom III-4-3
boon, algemeen boon: boeën (Smakt) boon I-7
boos nut: cf. Weijnen Etymologisch Dialectwoordenboek p. 137 s.v. "nut"= lelijk, slecht, boos (n.Limb.)  nut (Smakt) boos III-1-4
borrel drupje: Genne koffie en dröpke tegeliek: geen twee dingen tegelijk doen  dröpke (Smakt), halfje, een -: Meug ik nog een helfke?  helfke (Smakt) borreltje || halfje (borreltje) III-2-3
borstel borstel: baors(t)el (Smakt), bors(t)el (Smakt), kwast: kwâst (Smakt), wasser: wesser (Smakt) borstel || soort borstel om de gootsteen schoon te maken, bestaande uit een bijeen gebonden bosje berkentakjes III-2-1