e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
boter botter: botǝr (Smakt) Het bovengedreven vet op de melk. Dit is het eindprodukt van het karnen. [N 12, 51, 52, 55, 58 en 61; JG 1a, 1b; L 1a-m; L 1u, 114; L 20, 26b; L 22, 8; L 27, 67 en 69; S 4 en 17; A 4, 26a en 26b; A 7, 19, 21, 22 en 23; A 9, 15b; A 16, 8a; A 28, 7; N 5A (I] I-11
boterham boterham: enne ángekleejden bòttrám: een belegde boterham Ennen bóttrám mit tevreejenheid Groeëte bòttrámme klaen kunne make: een grote mond hebben maar niks presteren  bòttrám (Smakt) boterham III-2-3
boterham (kinderwoord) bam: bám (Smakt) kinderwoord voor een boterham III-2-3
boterham met vet smoutboterham: smâltbòtterhám (Smakt) brood met alleen wat vet als beleg III-2-3
boterham van wit en zwart brood boxmeerse boterham: bòksmérsen bòttrám (Smakt) twee gesneden witbrood met één snee roggebrood er tussen en beleg III-2-3
boterhamworst boterhammenworst: bòttrámmewaorst (Smakt) boterhamworst III-2-3
boterkussentje boterbabbeltje: bòtterbebbelke (Smakt) boterbabbelaar III-2-3
boterpot boterpotje: bòtterpötje (Smakt) boterpotje III-2-1
botervlootje boterschotel: bòtterschòttel (Smakt), botervloot: bòttervloeët (Smakt) botervloot III-2-1
bouwland veld: vɛlt (Smakt) Voor de akkerbouw gebruikt land, het geheel van akkers. [N 6, 33a; N 27, 3a; N 5AøIIŋ, 95a, 95b en 95c; N 11, 1a; L 31, 18; L 19, 1a; L 37, 11b; L a1, 113; L 4, 38; JG 1a, 1b; A 3, 38; A 10, 4; A 20, 1b; Wi 7; S 49; RND 4, 7, 8 en 10, r.37; Vld.; monogr.] I-8