e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
bruidssluier bloementoer: gemaakt van kant/tule en veel kunstbloemen speciaal gedragen door jonge vrouwen en de bruid"; cf. VD fr. "atour  bloementoēr (Smakt) tooi voor bruid III-2-2
bruiloft bruiloft: brulleft (Smakt), bruiloftsfeest: brullefsfieës(t) (Smakt), trouwfeest: trowfieës(t) (Smakt) bruiloft || bruiloftsfeest || trouwfeest, huwelijksfeest III-2-2
buffetkast pronkkast: proonkkâst (Smakt) een van veel glas voorziene kast, waarin dure en kostbare spullen liggen te pronken III-2-1
bui, regenbui regenbui: raegenbuuj (Smakt) bui, regenbui III-4-4
buitenechtelijk kind voorkind: vurkiend (Smakt) kind dat reeds geboren is voordat de moeder trouwt III-2-2
buizerd buizerd: būzerd (Smakt) buizerd III-4-1
bunzing ulk: ulk (Smakt) bunzing III-4-2
busbrood busbrood: busbroeëd (Smakt), potweg: potweg (Smakt) brood dat in een blik is gebakken || brood wat in een pot of een ketel gebakken werd III-2-3
bussel uitgedorst stro bos: bǫs (Smakt), schoof: sxoǝf (Smakt) Wanneer het graan uit de aren is geslagen, worden de lege halmen bijeengebonden, vroeger met twee banden. Sinds de komst van de dorsmachines worden de halmen doorgaans dubbel geplooid en met één band in het midden gebonden, of tot pakken geperst. De grondbetekenis van schans is "takkebos, mutserd"; die van het du. Bürde "datgene wat gedragen wordt". Zie ook de toelichting van het lemma ''garve, gebonden schoof'' (4.6.4).' [N 14, 26; JG 1a, 1b, 2c; L 17, 16; L 22, 33b; L 48, 34.3a; Lu 2, 34.3a; R [s], 65; S 5; Wi 16 en 17; monogr.; add. uit R 3, 70 en R 14, 19 en uit het materiaal van lemma 4.6.4 waarbij is aangetekend dat het om gedorste garven gaat] I-4
cacao cacao: kekaow (Smakt, ... ) cacao || chocoladepoeder III-2-3