e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514

BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
babbelaar karamel: kermél (Smakt), kárremél (Smakt) caramel III-2-3
baby, zuigeling jonge dochter: jòngdaochter (Smakt), jonge zoon: jòngezoeën (Smakt), kindje: kiēndje (Smakt), kleine, een -: enne klaene (Smakt), ’n klaen (Smakt) baby, zeer jong kind || baby/kleuter van het mannelijk geslacht || baby/kleuter van het vrouwelijk geslacht || pas geboren meisje || pasgeboren jongen III-2-2
bakken bakken: t is gebakke: het is voor elkaar Al t bákke en t browwe valle nie alt aeve go‰d uut: Alles wat men maakt, is niet altijd even goed  bákke (Smakt) bakken III-2-3
bal gehakt frikadel: frikkedel (Smakt) gehaktbal van soepvlees III-2-3
balkenbrij brij: breej (Smakt) balkenbrij III-2-3
baluster trappespijl: trapǝspil (Smakt), trapspijl: trapspil (Smakt) Spijl van een trapleuning. [N 55, 138; monogr.] II-9
bang angstig: engsteg (Smakt) angstig III-1-4
bangerik bangeschijter: bánge schieter (Smakt), schijtboks: schietbòks (Smakt), schijterd: schieterd (Smakt), schijthuis: schiethuus (Smakt), schijtkeutel: schietkeutel (Smakt), schijtkont: schietkoont (Smakt), schouwerik: schòwwerik (Smakt) bang persoon || bangerik || bangerik, angsthaas III-1-4
barbeel snorrekater: bruin gevlekte vis van ong 15 cm.  snorrekater (Smakt) barbeel (witvis) III-4-2
barensweeën ween: weeje (Smakt), O(ud) V(enraays)  wieëje (Smakt) barenswee III-2-2