e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
lade lade: laaj (Smakt, ... ), schommellade: schoemellaaj (Smakt), tafellade: toffellaaj (Smakt), tafeltrek: toffeltrek (Smakt), trek: Kiek már ien d\'n trek, of \'r wat bruukbaars ien zit Ien d\'n bovvesten trek ligge: verwend worden Ien d\'n understen trek ligge: Genegeerd worden  trek (Smakt), treklade: treklaaj (Smakt) lade || lade in een kast of tafel als bewaarplaats voor klein gerief || lade in een tafel/kast || schuifbak in tafel of kast || schuiflade in een tafel || tafella || tafellade III-2-1
ladegreep ladegreep: lājgrēp (Smakt) Handvat waarmee men een lade kan openen. Een ladegreep wordt met de hele hand vastgehouden, een ladetrekker slechts met enkele vingers. Zie ook afb. 161. [N 54, 108a-b; monogr.] II-12
lak lak: lak (Smakt) Verf die is samengesteld uit vernis, standolie, terpentijn en zuivere verfstoffen. Zie ook het lemma ɛlakɛ in wld II.9, pag. 191.' [N 56, 50b; monogr.] II-12
lam liemes: limǝs (Smakt) Jong van het schaap in het algemeen. Zie afbeelding 5. [N 70, 3; R 3, 36; S 20; Wi 5; Wi 12; L 20, 22c; L 6, 25; L 1a-m; JG 1a, 1b; AGV, m 3; A 2, 45; A 2, 1; A 4, 22c; Vld.; monogr.] I-12
lamp wiek: wiek (Smakt) lamp III-2-1
lampenpit kousje: köwske (Smakt), lampenkousje: laampeköwske (Smakt), lámpeköwske (Smakt), lemmet: limmet (Smakt), lemmetgaren: limmetgare (Smakt), wiek: wiek (Smakt) gloeikousje van een gaslamp || gloeikousje voor een gaslamp || katoenen pit voor olielamp || katoentje van een petroleumlamp || kousje van een gaslamp, petroleumgaslamp || lont III-2-1
langpootmug glazenwasser: glazewâsser (Smakt), langpoot: langpoeët (Smakt) langpootmug III-4-2
lantaarn lantaarn: lântaern (Smakt), lucht: De karlucht en de stallucht mòtte nog werre naogezi‰n Groeëte lucht, klaen licht: een grote mond, maar weinig prestatie \'n Lucht zònder licht: gezegde voor een dom persoon  lucht (Smakt) lantaarn III-2-1
larve van de libel sprok: sprok (Smakt) larve vd libel III-4-2
lat lat: lat (Smakt  [(meervoud: latǝr)]  ) In het algemeen een gezaagde strook hout met geringe breedte en dikte. [N 50, 73e; N 50, 74a; monogr.] II-12