e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
onderkussen, peluw hoofdpulf: Um enne hutpulf huuërt enne mojje rusti‰k  hutpulf(t) (Smakt), peluw: pulling (Smakt) hoofdpeluw || peluw III-2-1
onderzetter onderzetter: underzetter (Smakt), treefje: treefke (Smakt) onderzetter || onderzettertje III-2-1
ondeugend, stout stout: staolt (Smakt) stout, ondeugend III-1-4
oneerlijk(heid) oneerlijk: ònieërlek (Smakt) oneerlijk III-1-4
oneven, niet door twee deelbaar omp: (dit is een variant van òmp - zie ook blz. 393).  oomp (Smakt), Opm. ontstaan uit het woord òmpaar < ònpaar.  òmp (Smakt), oneven: ònaeve (Smakt) oneven, niet gelijk III-4-4
ongedierte, algemeen gediert: ook: gedierte  gediert (Smakt), ongediert: òngediert (Smakt), ongesiefer: òngesiefer (Smakt) ongedierte III-4-2
ongehuwde moeder haagweeuw: haagweduwe?  häökwew (Smakt), heggenweeuw: heg(ge)wew (Smakt) ongehuwde moeder || ongetrouwde (zwangere) vrouw III-2-2
onnozel persoon mop: möp (Smakt), onnozele hals: ònnuuëzelen hâls (Smakt), zebedeus: zibbedeejes (Smakt) onnozel iemand || onnozele persoon || sufferd, onnozele III-1-4
onrijp, onvolgroeid groen: gruūn (Smakt), noodrijp: vruchten die de schijn wekken dat ze rijp aijn, maar die wegenws droog en warm weer afgevallen zijn  noeëdriep (Smakt) noodrijp || onrijp, groen I-7
onrustig onrustig: ònräösteg (Smakt) onrustig III-1-4