e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smakt

Overzicht

Gevonden: 1514
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
opvoeden, grootbrengen groottrekken: groeët trekke (Smakt), optrekken: òptrekke (Smakt), opvoeden: òpvoeje (Smakt) groot brengen (van kinderen) || opvoeden || opvoeden van een kind (soms) III-2-2
opvoeding opvoeding: òpvoejing (Smakt) opvoeding III-2-2
opvulzand papzand: pap˲zānt (Smakt  [(id)]  ) Zand dat wordt gebruikt voor aanvulling, maar niet voor het metselwerk zelf. Zie voor het woordtype 'letchi' a. Stevens, 'T√∫ngërsë Dïksjënêer', pag. 328, s.v. 'lètsji'. [N 30, 36b; monogr.] II-9
os os: ǫs (Smakt) Gesneden mannelijk rund [N 3A, 19; JG 1a, 1b; A 3, 37; A 4, 12; L 4, 37; L 20, 12; Wi 16; monogr.] I-11
oud, bejaard oud: âld (Smakt) oud (bn), op leeftijd III-2-2
oude man knikker: knikker (Smakt), oude guil: oorspr.: voor afgeleefd paard, oude knol  âlde guūl (Smakt) oude man || oude man (ironisch) III-2-2
oude vrouw mensje: meenske (Smakt), wijfje: wiēfke (Smakt) oud klein vrouwtje || oude vrouwtje III-2-2
ouderlijk huis ouderlijk huis: elderlek huus (Smakt, ... ), âlderlek huus (Smakt), stamhuis: huis dat al heel lang eigendom van de familie is en waarin men geboren is  stámhuus (Smakt) ouderlijk huis || stamhuis III-2-2
ouders oudelui: âldeluuj (Smakt), ouderpaar: âlderpaar (Smakt), ouders: elder (Smakt), elders (Smakt, ... ), âlders (Smakt) ouder (= vader, moeder) || ouderpaar || ouders III-2-2
overgordijn gordijn: Achter de gerdiene gaon: gaan slapen Schón gerdien hebbe, már gén lakes: zich beter voordoen dan men is  gerdien (Smakt) gordijn III-2-1