e-WLD begrippen 

 
 
Filteren... plaats=Smeermaas

Overzicht

Gevonden: 1290
BegripTrefwoord: dialectopgave (plaats)Omschrijving
harmonisch van bouw gesloten: gǝslōtǝ (Smeermaas  [(paard met een korte en volle flank)]  ) Gezegd van een goed gebouwd paard, met korte, gesloten en gevulde flanken. [N 8, 64a] I-9
haverhok kast: kas (Smeermaas) Zie de toelichting bij het lemma ''graanhok, stuik, mandel'' (4.6.14). [N 15, 30b; JG 1b, 1c, 2c; Goossens 1963, krt. 38; monogr.] I-4
haverkorfje kop: kǫp (Smeermaas) Korfje uit stro en twijgen gevlochten waarmee men haver voor het paard in afmeet. De inhoud is ongeveer 3 kg. Men bindt het ook wel aan de muil van het paard om te beletten dat het ergens aan vreet, bijvoorbeeld bij het maaien. [N 18, 112] I-11
havermoutpap havermoutpap: hāvərmoͅu̯tpap (Smeermaas) Pap van havermout (haavere moute pap?) [N 16 (1962)] III-2-3
haverzak kopzak: kǫp˲zak (Smeermaas) Zak, gevuld met haver, die men een ingespannen paard omhangt om het te laten eten. [N 13, 90; monogr.] I-10
hecht van een mes handvat: ha͂ntfat (Smeermaas) handvat van een mes (hecht, heft) [N 20 (zj)] III-2-1
hees, schor hees: heͅis (Smeermaas) schor, schor zijn [ruigsen, hees, gees zijn] [N 10 (1961)] III-1-2
heibezem bezem: bɛsəm (Smeermaas) bezem gemaakt van heitakjes (heiwasser, heibezem) [N 20 (zj)] III-2-1
heizode heilap: (mv)  hęi̯lɛp (Smeermaas) Afgestoken stuk hei. [N 14, 77b; N 14, 77c; N 27, 39h; N 27, 39g; N 18, add.; N 11, add.; S 46; A 39, 15a; A 39, 15b; R 3, 98; L 8, 123; L B2, 274; AGV, k6; monogr.] I-8
hek aan de ingang van een wei barrier: brēr (Smeermaas) In dit lemma zijn vooral de antwoorden ondergebracht van de vragen naar ø̄hek aan de ingang van een weiø̄ (N 14, 67), ø̄een (toegangs)hek, gevlochten van twijgen en opgehangen tussen twee stijlen, dat in een omheining is aangebracht of op een dam (in een sloot) is geplaatstø̄ (A 25, 5a), ø̄een hek, slag- of draaiboom op een doorgang naar akker of weide, of ter versperring van een weg in privaatbezitø̄ (L 19B, 6). [N 14, 67; A 25, 5a; L 19B, 6; Vld.; JG, 2c; monogr.] I-8